(zoals een basisschool in de Zuiderpolder, uitgevoerd met een energie zuinig grasdak) en filialen van de stadsbibliotheek in Schalkwijk en Haar lem-Noord. Bovenop deze beide bibliotheken werden terraswoningen gebouwd. De combinatie van functies in de stedenbouw was een van zijn stokpaardjes omdat dit de levendigheid, diversiteit en sociale veiligheid bevordert. Zijn bekendste en meest gewaardeerde werk staat in de Haarlemmer hout. Ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van dit stadsbos ont wierp hij in 1984 op het Vlooienveld de Muziekkoepel, waarvan de koepel van aluminium en glas is gebaseerd op de geodetische constructies van de Engelse architect Buckminster Fuller. Met het Drijvend Paviljoen in Sonsbeek, Arnhem, gebouwd ter gelegenheid van een internationale beeldententoonstelling (1986), vertegenwoordigt dit kleinood zijn ideeën over lichtvoetige ruimtekunst het best. Uit deze twee serene gebouwtjes blijkt zijn diepe bewondering voor de functionalist Jan Duiker, ontwerper van Sanatorium Zonnestraal in Hilversum. De koepel in de Hout bestaat nog altijd, maar het drijvend paviljoen was tijdelijk van aard en werd na drie maanden ontmanteld. Alles bij elkaar lijkt dit heel wat. Maar eigenlijk was het Röling te doen om het veranderen van de structuur van de ambtelijke organen waarin de ruimtelijke ontwikkeling van de stad zijn beslag krijgt. Haarlem zag hij als een uitzonderlijk waardevolle stad waarvan het historische karakter te allen tijde overeind moet blijven. Het ruimtelijk beleid van de gemeente moest hierop gericht zijn. Maar in de praktijk was (en is) de stad een slag veld van conflicterende belangen, merkte Wiek. Natuurlijk, hij stond aan de wieg van het Beschermd Stadsgezicht in Haarlem, maar het stukje bij beetje, project voor project, werken aan dit onbereikbare ideaal was voor hem het maximaal haalbare. Het prachtige i8de-eeuwse Enschedé-huis aan de Zijlstraat wist hij van de ondergang te behoeden en hij overtuig de de politie ervan het bureau aan de Koudenhorn te renoveren in plaats van nieuwbouw te plegen. Maar het Enschedé-complex aan het Klok huisplein sneefde, ondanks pleidooien van hem (en veel anderen) om een nieuwe bestemming voor dit bijzondere industriële ensemble te vinden. Verder ontwierp hij tal van projecten in het land, vooral woningen, scholen en bruggen, in Leiden, Almere, Utrecht en Velserbroek. Zijn laat ste Haarlemse wapenfeit was het woningcomplex De Hangende Tuinen, dat op de plaats van een reeks gesloopte flatgebouwen aan de rand van Meerwijk kwam (1997). Het dak van de ene woning vormt in dit project de tuin van de andere. Enkele jaren geleden deed hij nog van zich spre- 242 HAERLEM JAARBOEK 2011

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 244