Op deze verdieping waren aan de achterkant nog drie andere slaapka
mers. Op enkele bedden lagen o.a. witte dekens met het stadswapen. Ver
der is er nog sprake van een kleerzolder, een knechtskamer en een mei
denkamer. Die knechts bestonden vooral uit persoonlijke bedienden van
de afgevaardigden.
Vergaderingen in Den Haag
De Haarlemse afvaardiging naar de Staten bestond meestal uit zes per
sonen, vijf stadsbestuurders en de pensionaris. De pensionaris was een
juridisch adviseur voor de vroedschap en trad op vergaderingen ook
wel op als woordvoerder van de stad. In 1735 waren die bestuurders twee
burgemeesters, twee oud-burgemeesters en een schepen. Zij waren voor
één jaar en wel van september tot september naar Den Haag gecommit
teerd en ze verbleven er dan ook langdurig. In 1740 waren de Haarlemse
afgevaardigden naar de Staten van Holland aldaar aanwezig - schrik
niet - van 12-31 januari, 23 februari-5 maart, 15-26 maart, 19-30 april, 17-28
mei, 14-29 juni, 12-30 juli, 18-27 augustus, 12-24 september, 11 oktober-5
november, 15 november-i december en van 13-24 december. Dat waren sa
men 178 dagen én nachten.10' In 1780 waren het er 181. Als je daarvan de
weekenden aftrekt - op zondag en maandag werd er niet vergaderd en
konden de afgevaardigden eventueel naar huis gaan - hield je ruim 140
vergaderdagen over. Het stadsjacht ging tijdens de zittingen elke maan
dag van Haarlem naar Den Haag en keerde dan vrijdag of zaterdag terug.
Of de afgevaardigden daar ook gebruik van maakten is onduidelijk, want
ze declareerden ook de zondagen als vergaderdag. Een weekend naar huis
zou voornamelijk uit heen en weer reizen hebben bestaan. De grote hoe
veelheden procesdossiers waarbij Haarlem betrokken was en die in het
logement bewaard werden wijzen er op dat daar regelmatig contact met
de stadsadvocaten was.11'
In het logement werd geslapen en ontbeten. De kastelein zorgde
meestal voor de middagmaaltijden en voor verdere ondersteuning na
men sommige burgemeesters een knecht mee naar Den Haag. Ook voor
de reizende bode van Haarlem was er een slaapplaats.
De reizende bode
De reizende bode was een belangrijk man. Als hij niet in Den Haag was
werd hij iedere dag voor de komst van de burgemeesters op het stadhuis
HAERLEM JAARBOEK 2011