jaar werd die inventaris gecontroleerd en het was aan de kastelein en de
reizende bode om de pensionaris zo nodig hieraan te herinneren. Voor
reparaties en vernieuwingen had de kastelein de toestemming van de
burgemeester of de pensionaris nodig. Maar wanneer bij storm of onweer
schade of zware lekkages dreigden te ontstaan als de heren gedeputeer
den afwezig waren, had de kastelein het recht dit direct te laten repareren,
mits ze daarvoor de gebruikelijke werklieden gebruikten.
De kastelein huurde voor eigen rekening twee dienstboden. Deze kre
gen van de stad vier keer per jaar een gratificatie van drie zilveren duca-
tons. Een ducaton had een waarde van ongeveer tien gulden. Zij kregen
die gratificatie via de kastelein. Toen in 1774 bleek dat deze het geld in ei
gen zak stak werd besloten om dit voortaan direct aan de dienstboden zelf
te geven.14' Men hoopte met dit persoonlijk contact de welwillendheid
van de dienstboden tegenover de Haarlemse gedeputeerden te verbeteren.
Op deze anonieme litho uit circa 1850 is de rechterhelft van het logement te zien,
het huis met het hoge bordes. (Collectie Haags archief)
36 HAERLEM JAARBOEK 2011