ten werden in de nacht in principe niet gebruikt. Als men te laat vertrok om dezelfde dag nog thuis te kunnen komen waren er halverwege wel lo gementen te vinden. Maar de matrassen lagen ook niet als kussens op de banken want ze werden op een aparte plek opgeborgen. In de wintermaanden moest voor de komst van de burgemeesters een kolenvuur aan boord aangestoken zijn. De reizende bode moest ook op letten dat voor een reis het schip schoon was en dat alles aanwezig was wat voor de tocht nodig was. Hij was het ook die de dag tevoren bij de pre siderende burgemeester om de vertrektijd vroeg en die aan de andere bur gemeesters en de kapitein mededeelde. De laatste moest tijdig de bagage van de heren ophalen zodat die na het aan boord gaan onverwijld konden vertrekken. Om die bagage aan het gezicht te onttrekken, werden ze be dekt met geverfde kleden. Verkoop De staatkundige veranderingen van 1795 hadden tot gevolg dat de stad Haarlem niet meer deelnam aan de vergaderingen van de Staten in Den Haag. Voortaan werd daar door individueel gekozen personen vergaderd. Het stadsjacht was hierdoor overbodig geworden en op 11 juli 1795 besloot de Provisionele stadsregering het jacht af te schaffen en het personeel van het schip te ontslaan.21' De verkoop bracht 815 gulden op.22' Noten Alle verwijzingen zijn naar het stadsarchief Haarlem 1573-1813 in het nha. Deze nummering wordt in 2012 veranderd maar is dan volgens een concordans terug te vinden. 1. Rijnland 254 2. Kast 19.237 (1657), 67 verso 3. Kast 24-29,159 4. Kast 19.237 (1657) 67 verso. 5. Kast 19.238 (1658), 59 verso 6. Idem 7. Kast 24-29,159 en 163 8. 19.238 (1658), 53 9. Rood 416,143 10. Idem, 206 11. 19.269 (1689), 92 JAAP TEMMINCK 49

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 51