Hoofdbode Ben Hutu- bessy met de Haarlemse bodebus. (Foto Jaap Pop) Noten M. Agterberg, De Hollandse Bodebus, Schipluiden 1980, gevolgd door De Bodebus in het Zuiden, 1981, De Bodebus in Gelderland, Utrecht en Overijssel, 1983, De Bodebus in het Noorden, 1984 en Aanvullingen en toevoegingen, 1988-2000. 2. Artikel 7 van het Stadsrecht, te vinden in C.L. Hoogerwerf, Het Haarlemse stadsrecht (1245), Amsterdam 2001, p. 43,122 en 196. 3. Bij het schrijven van dit artikel heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de brochure die dr. Florence Koorn van de Archiefdienst voor Kennemerland in 2001 samenstelde met als titel: Haarlemse boden en bodebussen. 4. Wim Cerutti, Het stadhuis van Haarlem, Haarlem 2001, p. 85. Op een kaart van Thomas Thomaszoon uit 1578 en van Romeyn de Hooghe uit 1688 is het bodehuisje (de oversteecken earner) te zien, p. 198 en 288. 5. Jaap Temminck, Het Haarlemse logement in Den Haag, Jaarboek Haerlem 2011. JAAP POP

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 59