Als Vosmaer heel eerlijk moest zijn, vond hij dat vroegere volksleven vaak plat en laag, maar hij wilde slechts situeren en karakteriseren en zich verre houden van 'toepassing en dogmatisme'.7' En de kunstenaars- kwaliteiten van Hals maakten veel, zo niet alles goed. Zijn schilderijen staken uiteindelijk ver uit boven het werk van bravere kunstenaars, die weliswaar een, uitwendig in ieder geval, meer gevorderde beschaving vertegenwoordigden, maar daardoor ook een 'minder natuurlijke en vrije Muse' dienden. Frans Hals stond door zijn keuze op een eenzame hoogte, samen met die andere net herontdekte schilderreus Rembrandt van Rijn: 'Zoo Rembrandt van Rijn het meesterschap heeft aan de ernstige zijde, daar waar het diepste gevoel ligt, en de rijkste verbeelding met al haar zonnige schatten toovert, aldus Frans Hals aan die der vrije, vranke natuurlijkheid en van dien luimigen levenslust die de Oud-Holland- sche kunst doortintelt en in het Hollandsche blijspel zijn lachende wederga heeft.'8' Dat levenslustige beeld van 'Meester Hals' 'die gaarn een "goe toog" dronk met de vrienden in den Doelen, in de Basterdpijp of waar ook9) sprak ook de echte bohémiens van die jaren aan. De leden van de jonge, pro gressieve Amsterdamse kunstenaarsvereniging Sint Lucas (opgericht in 1880) beschouwden Frans Hals bijvoorbeeld als een van de hunnen. In 1882 besloten zij zelf hun jaarlijkse Sint Lucasdag geheel aan hun illustere voorganger te wijden. Hun uit Haarlem afkomstige secretaris Jacobus van Looy (die als wees opgegroeid was aan het Groot Heiligland waar ook Hals een aantal jaren woonde) vervulde op die dag vanzelfsprekend een hoofdrol. Hij legde samen met de andere bestuursleden een lauwerkrans bij een van Hals' schilderijen in het Haarlemse stadhuis, hield s avonds een lezing en zat vervolgens aan bij het diner 'in den geest der oude gilde- maaltijden'.10' Een jaar later was diezelfde Van Looy nauw betrokken bij de opdracht die zijn vriend en mede-Haarlemmer Frederik van Eeden van het bestuur van Sint Lucas kreeg om een aan de blijspelen van Bredero herinnerend vaudeville over Frans Hals te schrijven.11' Geïnspireerd door het levens verhaal van de hand van Houbraken en de historische novelle Frans Hals en zijn dochter (1837) van E.J. Potgieter (waarin de gegevens van Houbraken met fantasie verbonden worden met amoureuze verwikkelingen rond Hals' dochter Klaertje) schreef Van Eeden het hilarische Frans Hals. Histo risch, anachronistisch kluchtspel. Frans Hals valt in dit stuk vooral op door PAUL KNEVEL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 63