derwijs op deze armenscholen in bovengenoemde periode. We gaan eerst
na welke factoren de oprichting van stadsarmenscholen hebben bevor
derd in verschillende steden in de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Ons onderzoek richt zich verder op de organisatie en de inrichting van
het armenonderwijs. Daarin komen aan de orde de rol van het stadsbe
stuur, het college van de inspectores van de stadsarmenscholen, de con
dities waarbinnen de schoolmeesters hun werk moesten verrichten. Ook
wordt aandacht besteed aan de rol van de religie in het armenonderwijs.
In 1784 werd een opmerkelijk initiatief genomen om het onderwijs op de
stadsarmenscholen te verbeteren. We gaan na wat dit initiatief inhield en
wat de effecten ervan zijn geweest. Ten slotte proberen we een antwoord
te geven op de vraag of de kritiek op dit onderwijs terecht was.
Steeds meer stadsbesturen stichten stadsarmenscholen
De stichting van de stadsarmenscholen en hun oorzaken
De zorg voor het onderwijs aan kinderen van bedeelde ouders was op zich
geen nieuw verschijnsel in Haarlem. In een eerder verschenen regeling,
het Reglement voor de Fransche en Duytsche schooien binnen de stad Haarlem
uit 1746 was bepaald dat er twee scholen waren waar deze kinderen gratis
onderwijs konden volgen.3' Dit reglement zei echter niets over de voor
waarden waarbinnen dat onderwijs moest worden gegeven. Het legde
ook geen verplichting op aan kinderen van bedeelde ouders om onder
wijs te volgen.
De oprichting van afzonderlijke scholen voor deze kinderen was even
min een nieuw verschijnsel in de achttiende eeuw. Andere steden in de
Republiek hadden eerder maatregelen getroffen. Den Haag (1729), Delft
(1731), Delfshaven (1732), Leiden (1736) en Groningen (1756) waren Haar
lem hierin voorgegaan. Het stadsbestuur van Leiden bijvoorbeeld, had
in 1703 ingestemd met de oprichting van een armenschool na een lange
periode van discussie en mede door toedoen van de kerkenraad. De stad
zelf richtte in 1719 een armenschool op zonder de kerkenraad hierbij te
betrekken en richtte in 1736 nog twee andere armenscholen op. Leiden
publiceerde toen een schoolordonnantie waaraan het onderwijs aan arme
kinderen moest voldoen.4' Niet alle steden in de Republiek hadden in de
achttiende eeuw een of meerdere van deze scholen in het leven geroepen.
Het verzorgen van onderwijs aan arme kinderen werd bijvoorbeeld in
Rotterdam overgelaten aan de plaatselijke armenbesturen.5'
De bemoeienis van stadsbesturen met het onderwijs aan arme kinde-
DICK VAN GIJLSWIJK