de schoolmeesters die in dienst waren van het Lutherse, katholieke en doopsgezinde weeshuis. De te benoemen onderwijsgevende verklaarde dat de drie formulieren in overeenstemming waren met het woord van God en dat hij of zij de leer van de Nederlandse Gereformeerde Kerk zo ge trouw mogelijk, naar de eisen van het beroep, aan de leerlingen zou over brengen op straffe van uit zijn school te worden gezet.29' Het Haarlemse stadsbestuur heeft tot 1795 vastgehouden aan de eis tot ondertekening van de drie formulieren. De laatste die dat deed op 20 de cember 1795 was Willemina Margreta Roessing. De schoolmeesters moes ten vanaf 1748 de eed van zuiverheid afleggen. Deze was ingevoerd nadat in Rotterdam veel ongenoegen was ontstaan over het begeven van amb ten. In de resolutie van de Staten van Holland van 23 januari 1748 werden alle ambtenaren verplicht een verklaring af te geven dat zij naar eer en ge weten op geen enkele wijze waren bevoordeeld om aangesteld te worden in hun specifieke functie en zelf ook geen pogingen hadden ondernomen om deze functie anders dan op de voorgeschreven wijze te verkrijgen. De arbeidsvoorwaarden van de stadsschoolmeesters De arbeidsvoorwaarden van stadsschoolmeesters liepen in de Repu bliek sterk uiteen. De Haarlemse stadsschoolmeesters ontvingen ieder 400 per jaar, maar zij moesten tot 1785 zelf voorzien in de huur van een schoolgebouw, ter goedkeuring van de inspectores. Dat betekende in de praktijk dat zij een woonhuis huurden waarin ook onderwijs werd gege ven.30' De Leidse schoolmeesters ontvingen vanaf 1736 200,- per jaar. Verder konden zij aanspraak maken op een hulponderwijzer en Leiden stelde drie gebouwen voor het geven van onderwijs beschikbaar. Het inkomen van de schoolmeester in Delft en Delfshaven was variabel, de schoolmeester ontving 18 stuivers per leerling voor leren lezen en spellen en 24 stuivers voor iedere leerling die daarnaast nog cijferen en schrij ven had geleerd. De stad Delft voorzag eveneens in een onderkomen. De Haagse School-ordre vermeldt echter helemaal geen salarisgegevens van de schoolmeesters. De schoolmeesters hadden naar huidige begrippen beperkt vakantie. Het reglement geeft aan dat zij op de volgende dagen hun school geslo ten mochten houden: Nieuwjaarsdag, Bededag, Pasen, Hemelvaartsdag, Pinksteren, Kersttijd, Hartjesdag, Varkensmarktdag en de Kermisweek. Deze regeling week niet veel af van die in andere plaatsen, met uitzonde ring van Groningen. Hier had men van 20 juni tot 20 juli vrij.31' De schoolmeester werd tijdens ziekte niet vervangen. De school bleef HAERLEM JAARBOEK 2011

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 88