Ten Geleide De stad Haarlem vormt een onuitputtelijke bron voor onderzoek en be schrijving van delen van haar rijke en lange geschiedenis. Dit jaarboek bevat een scala aan artikelen over uiteenlopende onderwerpen. Waar ver bleven de Haarlemse stadsbestuurders wanneer zij in Den Haag weken lang vergaderden in de Staten van Holland? Wie staan er afgebeeld op die mooie schilderijtjes van Jan de Bray? En hoe ontwikkelden zich de stads armenscholen in de 18de eeuw? Over al deze onderwerpen en nog vele an dere kunt u in dit jaarboek lezen. Haarlem was in de 16de, 17de en 18de eeuw één van de steden die deel uit maakte van de Staten van Holland. De vergaderingen in Den Haag duurden dagen en vonden vele malen per jaar plaats. Daarom schafte Haarlem zich, zoals andere steden, een eigen stadslogement aan in Den Haag. Jaap Temminck beschrijft hoe het er daar aan toe ging. Ook vertelt hij over de tocht naar Den Haag, die per trekschuit werd afgelegd. Een reisbode begeleidde het gezelschap stadsbestuurders en zorgde voor een goed verblijf. Deze bode was herkenbaar aan de zogenaamde bodebus. Jaap Pop geeft een toelichting op dit onderscheidingsteken, dat de ge meenteboden in het stadhuis nog steeds gebruiken. Het onderwijs in Haarlem komt in twee bijdragen aan de orde. De stadsarmenscholen stammen uit de tweede helft van de 18de eeuw. Waren die zo slecht als werd gezegd? Dick van Gijlswijk beschrijft dat de pogin gen van het stadsbestuur om minder bedeelden onderwijs te bieden zeker te respecteren was. De onderkant van de samenleving kreeg toegang tot het onderwijs en leerde tenminste lezen en schrijven. Jan Spoelder voert zijn overgrootvader ten tonele. Deze was instituteur, een kostschoolhou der, die in de 19de eeuw een kleinschalig onderwijsinternaat exploiteerde. De leerlingen gingen elders in Haarlem op school, maar Spoelder, die ook onderwij zer washield wel toezicht op het maken van huiswerk. De Kathedrale Basiliek St. Bavo bestaat ruim honderd jaar maar de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 9