De bewogen geschiedenis
van weidemolen 'De Kleine Veer'
Zes decennia geleden... of nog langer terug in de tijd?
Haarlem telt een flink aantal molens, wisselend van formaat, die al de
cennia in overwegend goede staat van onderhoud verkeren en daardoor
trots met hun wieken door de lucht kunnen zwaaien. Dit artikel gaat niet
over één van de 'grote' molens van Haarlem maar juist over één van de
kleintjes, een weidemolentje.1' Het is bijzonder dat daarover historische
gegevens te vinden zijn omdat deze molentjes vaak een vergeten bestaan
hebben geleid. Ze werden, zeer ten onrechte overigens, als te onbelang
rijk gevonden. Wat vreemd en jammer is, temeer als we ons realiseren dat
er in het verleden bij elkaar misschien wel vele tientallen van deze 'aan-
brengertjes' op Haarlems grondgebied en in de omgeving hebben ge
staan.
Weidemolentjes werden op plaatsen in polders gezet waar behoefte
was aan een soort onderbemaling omdat deze delen erg nat konden wor
den of ver af lagen van de grotere poldermolens. Vooral na het midden
van de negentiende eeuw ontstonden er als gevolg van het inklinken van
de bodem steeds grotere hoogteverschillen in het maaiveld van de veen-
weidegebieden. Omdat weidemolentjes niet groot van omvang waren en
daardoor niet heel kostbaar, ze zo neergezet konden worden zonder offi
ciële oprichtingsakten bij notarissen of overeenkomsten tussen grondei
genaren en pachters, is er meestal weinig over hun geschiedenis terug te
vinden in de archieven.
De kleinste weidemolens van Noord-Holland zijn ook nooit in de offi
ciële provinciale moleninventarissen opgenomen en ontbreken dus ook
in de drie edities Noord-Hollandse molenboeken.2' Daarin komen, op
een enkele uitzondering na, molens voor met een vlucht vanaf acht me
ter. De vlucht is de lengte van een molenroede namenlijk de doorsnede
van de cirkel die de wieken al draaiend door de lucht maken. Weidemo-
PETER HAMMANN
122