vijftig van de vorige eeuw gesproken wordt over het voeren van een ac
tie voor het plaatsen van een in hout uitgevoerd weidemolentje wordt er
verwezen naar een exemplaar dat in de oorlogsjaren verdwenen zou zijn.
Daaruit kan de conclusie getrokken worden dat er in ieder geval vöör
1940 een weidemolentje moet zijn geweest, wat dan bevestigd zou kun
nen worden door de luchtfoto en misschien ook wel de militaire kaart.
Met enige fantasie kunnen we dit onbekende molentje de naamstoevoe-
ging 'De Beinsdorp molen' geven, hetgeen een vernoeming is naar de ach
ternaam van boer Beinsdorp die het land pachtte waarop de weidemolen
moet hebben gestaan. Van Beinsdorp is bekend dat hij een ijzeren wind-
molenje wilde laten plaatsen en het is de heer Warnaars geweest die tegen
dit plan in actie is gekomen.
Kaartfragment uit de jaren 1849 -1859.
Rechts van het woord trekvaart het
beeldmerkje dat de aanwezigheid van
een molentje aangeeft zonder exact de
staanplaats te duiden. De kaart staat
afgebeeld in de Grote Historische
Provincie Atlas, deel Noord-Holland,
1849 -1859.
De Warnaars molen
In het handgeschreven notulenboek van het bestuur van de Vereniging
Haerlem valt bij de bestuursvergadering van vrijdag 14 april 1950 te le
zen dat bestuurslid de heer H.B.E. Warnaars om een bijdrage vraagt in de
bouwkosten van een weidemolentje.6' Het bestuur neemt het verzoek in
overweging. In de notulen van de vergadering van vrijdag 18 mei 1951 valt
het volgende vreugdevolle bericht te lezen: 'de heer Warnaars verkrijgt
voor zijn molentje aan de Liedebrug een vaste toezegging van honderd
gulden nu de plannen vaste vorm hebben en het nodige bedrag er komt.'
Een en ander komt bij de rondvraag aan de orde maar het vreemde is dat
de heer Warnaars dan zelf niet aanwezig is. Toch zal hij blij zijn geweest
PETER HAMMANN