Bakels kortje
In de Volkskrant van 10 september 2003 werd bericht dat de rechtsgeleerde
Nabil Helmi van plan was om een rechtszaak aan te spannen tegen het
joodse volk wegens diefstal van Egyptische goederen. Die zouden ruim
drieduizend jaar geleden zijn meegenomen tijdens de door Mozes geleide
uittocht uit Egypte; de waarde werd inmiddels geschat op enige miljar
den dollars. De afloop is niet bekend. Maar dit bericht - waaruit bleek dat
het verleden lange schaduwen kan werpen - was de aanleiding om enig
speurwerk te verrichten in het verleden van Haarlem: was dat vlekkeloos?
Al snel bleek dat in het recente verleden een plaatsgenoot activiteiten
had ontwikkeld die sinds enige tijd als 'haatzaaien' worden aangeduid.
Het gaat hier om de doopsgezinde predikant Herman Bakels, geboren in
1871 op Texel, maar nauw verbonden met Haarlem. Elke jaar immers lo
geerde hij enige tijd bij zijn grootmoeder, die aan het Houtplein woonde;
in 1916, na zijn emeritaat, vestigde Bakels zich tot zijn overlijden in 1952
in de Iordensstraat. De man was een veelschrijver. Van hem zijn ongeveer
vijftig grotere en kleinere geschriften verschenen waarvan in totaal zo'n
200.000 exemplaren verkocht zijn; daarnaast schreef hij ongeveer drie
duizend bijdragen aan dag-, week- en maandbladen. Dat vond men toen
ook al wat veel, de destijds bekende psychiater Winkler had al eens vast
gesteld dat Bakels leed aan 'een tekort aan remmend vermogen'. Tegen
woordig zouden we voorzichtig aandringen op het dagelijks gebruik van
Ritalin.
In november 1924 publiceerde Bakels een brochure getiteld Roomsch
bakken en braden, Een welgemeend woord, ook voor de menschelijken onder mij
ne Roomsche landgenooten; al binnen enkele weken volgde een tweede druk.
Ik had het aangeschaft omdat ik dacht eindelijk een bekend probleem
uitgelegd te krijgen. Bij de oprichting van katholieke huishoudscholen
werd immers altijd smalend gevraagd: valt een biefstuk rooms dan wel
133
PIET DE ROOY