tricht, met wie hij in augustus 1943 trouwde na een kennismakingstijd van 6 maanden. Waarschijnlijk heeft hij haar ontmoet via zijn vriend La- zet, die met een Duitse vrouw getrouwd was. Met een Ibach concertvleu gel, een Pleyel salonvleugel en een gewone piano verliet zij Limburg om bij Jan in Aerdenhout te gaan wonen, aan de Nicolaas Beetslaan. Dader en Slachtoffer De keuze van de drie broers het bedrijf voor de Duitsers te laten werken heeft een ontwrichtende uitwerking gehad op het verdere leven van Jan Ruigrok. Kort na het einde van de tweede wereldoorlog, op 16 juli 1945, werd Jan gearresteerd en gevangen gezet in Bewaringskamp Duinrust te Overveen. Het was een voormalig rusthuis, dat in de oorlogstijd diende tot ver blijfplaats van de Kriegsmarine en op 6 mei in smerige en volstrekt uit gewoonde toestand door de Binnenlandse Strijdkrachten (bs) in gebruik genomen werd als noodgevangenis. Een op dat moment passend geacht onderkomen voor economische collaborateurs, politieke delinquenten en andere als fout aangemerkte types. Na 5 maanden werd hij overge plaatst naar Kamp Koudenhorn, ooit een diaconiehuis, daarna kazerne en thans hoofdbureau van politie, te Haarlem. Hij zal daar verblijven tot 21 september 1946. Het regime in de bewaringskampen liet veel te wensen over. Misstanden deden zich veelvuldig voor.12> Over de bejegening van Jan Ruigrok zijn geen details bekend, maar er zal voor hem geen uitzon dering zijn gemaakt. Sneller dan de politie meldden de twee broers zich bij Jan Ruigrok voor een afrekening. Nog in mei 1945 vond er, onder begeleiding van de advo caat R van der Goot, een gesprek plaats over de verdeling van de oorlogs winst. Deze advocaat trad op als arbiter op grond van afspraken die in het vennootschapscontract waren vastgelegd. Het is bij één gesprek gebleven. De drie broers bereikten geen overeenstemming. De jaarstukken bleven ongetekend. Anders dan Jan Ruigrok werden de beide broers niet in hech tenis genomen en zij deden er ook alles aan dat te voorkomen. In het dossier Ruigrok bevinden zich de korte verslagen van het poli tieverhoor van de broers na de arrestatie van Jan op 16 juli 1945. De recher cheur kwam tot het oordeel dat de drie broers de onschuld speelden en elkaar de fouten in de schoenen schoven. Het was een vaststelling die ze ker overeenstemde met de korte verslagen van hetgeen Arie en Gerard te melden hadden. Uit de processen verbaal valt niet te concluderen dat ook Jan zijn broers in een kwaad daglicht stelde. JOOP RAMONDT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 149