log bij hem op de stoep stonden om hun winstaandeel van de voorbije
jaren op te eisen. En ook voerde Jan niet aan dat hij enkele eenregelige
briefjes had bewaard uit november 1944. In die briefjes, handgeschre
ven met potlood op een ruw afgescheurd stukje papier, drong Gerard er
bij hem op aan goed op zijn centen te letten nu de 'Moffen' aan de verlie
zende hand waren: '...Zorg dat het geld binnenkomt nu het rommelt...'.
Of een andere keer '...Doe alles wat mogelijk is om geld binnen te krijgen
v.d.W.M. (de Wehrmacht, J.R), ge staat voor verrassingen. Succes. Ge
rard....'
Mocht Jan Ruigrok al ondervraagd zijn over chantage en dreiging
met sluiting van het bedrijf en het wegvoeren van personeelsleden naar
Duitsland, dan is daarover niets terug te vinden in de verslaglegging. Hij
nam de verantwoordelijkheid voor de projecten die hij opsomde en meld
de dat hij alle werkzaamheden vrijwillig was aangegaan. Geen uitvluch
ten, geen verzachtende omstandigheden, geen goede werken (o.a. het
voorkomen dat personeel op transport naar Duitsland zou worden ge
zet). Hij stond voor hetgeen hij heeft gedaan. Hij veegde zijn straatje niet
schoon. Later zou hij verklaren dat hij alles op zich nam, in de hoop dat
dit de beëindiging van de gevangenschap zou inluiden of bespoedigen.
Kopie van een waarschuwingsbriefje
van Gerard.
HAERLEM JAARBOEK 2012