werd stevig verdiend. De winst werd voor 50% uitgekeerd aan Jan Ruig-
rok. De andere helft werd besteed aan het aflossen van de financiële ver
plichtingen bij de bank vanwege de overdracht van het bedrijf aan Leli-
veld.
Na zijn aftreden in 1975 als directeur leefde Jan Ruigrok nog een 8-tal
jaren. Zijn contacten beperkten zich tot de dagelijkse telefoongesprekken
met Leliveld, de mensen die hij sprak op zijn dagelijkse wandeltocht met
zijn hond in de buurt en op het landgoed Groenendaal en de wekelijkse
bridgepartijen met enkele vrienden. Dat waren de momenten waarop
Tiny Kaiser zich, ongestoord door de irritatie van Ruigrok over haar spel,
kon uitleven op haar piano's. Fysiek takelde hij sterk af. De laatste periode
voor zijn overlijden bracht hij door in een rolstoel. Kort voor zijn overlij
den belde hij Ger Leliveld. Het was een somber gesprek. Ruigrok deelde
hem mede: '...Ik geef de pijp aan Maarten..' Hij overleed kort daarna, met
hulp van zijn huisarts.
Er zijn weinig tastbare herinneringen. Eén ervan is de plek waar hij
woonde aan de Nicolaas Beetslaan in Aerdenhout. Het hekwerk rondom
stamt uit de tijd van Ruigrok en is opvallend schamel voor iemand die
zelf hekwerken maakte. De privé-omgeving werd blijkbaar niet gebruikt
om de kwaliteit en exclusiviteit van de Ruigrok-hekwerken te etaleren.
Een hekwerk is, hoe stevig ook, wel bestand tegen een aanstormende stier
maar niet tegen een spiedende blik. Een robuuste heg voldoet beter en
deze onttrekt het huis aan de buitenwereld. Ruim 2 meter hoog en meer
dan één meter dik. Dit moet de heg van Ruigrok zijn geweest.
De toegang tot het huis werd destijds gevormd door een draaideur die
was opgehangen in een tweetal betonnen palen. Daarop stonden de raad
selachtige woorden 'Why Not'. Eén woord op elke paal. Deze palen zijn in
middels vervangen en de woorden zijn verdwenen. Men kan speculeren
over de betekenis ervan. Ruigrok zelf heeft zich er nooit over uitgelaten.
Was het een Why Not in majeur? Dat zou er op kunnen duiden dat zich
achter deze tekst een Ruigrok verborg die zijn laconieke houding toonde
over het isolement waarvoor hij gekozen had.
Of was het meer een Why Not in mineur? Dat zou kunnen duiden op
de kwellende levensvragen waarmede hij ronddoolde in zijn psychische
gevangenis, in een eindeloze spiraalgang van dader en slachtoffer. Vra
gen waarover men slechts kan speculeren omdat Ruigrok zelf zich niet
uitsprak over zijn gevoelens.
JOOP RAMONDT