bejaarden kwamen niet voor verzorging in aanmerking. Een voorwaarde was
dat steunzoekers erf-biologisch gezonde mensen waren.
14. Meihuizen, Noodzakelijk Kwaad, p. 188 e.v.
15. Geciteerd bij Meihuizen, Noodzakelijk Kwaad, p. 744/745.
16. Het verhaal over de zuurstofcilinders staat opgetekend in het boekje van Lou
van Emmerik, 150jaar (R.K.) Kerk Vogelenzang, 1861-1986. Daar komt de volgende
passage in voor (pag. 31):'...In 1943 werden door de Duitsers kerkklokken
gevorderd. Ook de grote en de kleine klok uit onze toren werden door hen
opgeeist. Pastoor Van der Eem raakte niet van slag en nadat in de toren enkele
oude zuurstofcilinders (van de firma Ruigrok) waren opgehangen, kon er
toch geluid worden..'. Ik werd op deze passage geattendeerd door een kennis
van Lou van Emmerik. Na lezing van het manuscript distantieerde deze
persoon zich daarvan. Het verhaal zou een te eenzij dig karakter hebben, maar
argumenten en feiten werden niet aangedragen. Lou van Emmerik was een
lokale kroniekschrijver en schoonzoon van Arie Ruigrok. Hij moet geweten
hebben van de economische collaboratie van het bedrijf en de rol van de drie
broers. Voor zover ik kon nagaan heeft hij hierover nooit gepubliceerd, ook
niet in het hierboven geciteerde artikel (voetnoot 1) dat handelt over de Firma
Ruigrok en dat nadrukkelijk refereert aan de oorlogstijd.
17. De uitgangspunten die Boers formuleert stemmen overeen met het
rechtsdenken dat zich in vrije korte tijd had gevormd in kringen van de
Bijzondere Rechtspleging. Zie Meihuizen, Noodzakelijk Kwaad, p. 714 e.v. Zie
ook De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden, deel 12, eerste helft, p. 588 e.v. In
de praktijk kwam het er op neer dat de grote bedrijven werden ontzien en de
kleintjes werden vervolgd. Meihuizen Noodzakelijk Kwaad, p. 743) deelt niet de
de mening van Belinfante dat er geen sprake zou zijn geweest van klassejustitie.
A.D. Belinfante, In plaats van bijltjesdag. De geschiedenis van de Bijzondere
Rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog, Assen 1978, p. 431.
18. Meihuizen documenteerde hoe de advocatuur meeboog en geen principiële
verweren voerde toen de rechtsstaat ophield te bestaan. Joggli Meihuizen,
Smalle marges. De Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam
2010.
19. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden, deel 12, p. 593 e.v. Zie ookMeihuizen,
Noodzakelijk Kwaad, p. 296 e.v.
20. Er zijn geen gegevens over de manier waarop de broers de winsten uit de
oorlogsjaren hebben verdeeld. Ook kan men slechts gissen naar het aandeel van
Jan Ruigrok in de winst op Duitse orders. Het bedrag ad 200.000,- dat Boers -
zie hierboven - noemt kan niet juist zijn, gezien het accountantsrapport van
Ament dat nergens in het dossier in twijfel wordt getrokken. Daarin wordt die
JOOP RAMONDT