Van 1949 tot 1955 studeerde hij als auditor
kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Am
sterdam. Hij woonde op de Keizersgracht in het
studentenhuis van het Litterarisch Dispuutge
zelschap beets. Naast het timmeren van décors
voor het toneelgezelschap astv heeft hij zich ook
uiterst verdienstelijk gemaakt als soldaat en prae-
ses van de Koninklijke Studenten Schietvereeni-
ging-
Na zijn studietijd werkte hij van 1955-1972 bij
de Dienst voor 's Rijks Verspreide Kunstvoorwer
pen (tegenwoordig icn), onder supervisie van
Daan Lunsingh Scheurleer. Hij beoordeelde daar
o.a. kunstvoorwerpen die ingeleverd werden in
het kader van de BKR-regeling. Hiermee konden kunstenaars in ruil voor
hun ingeleverde kunst een inkomen verdienen. Ook was hij verantwoor
delijk voor de rijkscollecties toegepaste kunst en als afgeleide daarvan
de inventarisatie van het meubilair afkomstig van de Nederlandse palei
zen. Het meubilair erfgoed van de Oranjes uit de 19de en 20ste eeuw heeft
sindsdien een gezicht gekregen. Als erkenning voor zijn bemoeienis met
het koninklijk meubilair heeft hij in 1974 het Erekruis in de Huisorde van
Oranje ontvangen.
In dit verband raakte hij ook bijzonder geïnteresseerd in neogotische
meubelkunst. Geheel tegen de heersende smaak van die tijd in verzamel
de hij neogotische meubelen waarmee hij een deel van zijn huis inrichtte.
Kunsthistorisch was dat nog onontgonnen terrein. Deze belangstelling
is een illustratie van zijn tegendraadsheid die hij in grote mate bezat. Tot
groot genoegen van Fries kwam museaal en kunsthistorisch erkenning
van deze vergeten periode uit de Nederlandse binnenhuiskunst toen het
Rijksmuseum er in 1995 een tentoonstelling aan wijdde: De lelijke tijd:
pronkstukken van Nederlandse interieurkunst 1835-1895. Uiteraard had hij
hieraan van harte meegewerkt door ruimhartig kennis en bruiklenen ter
beschikking te stellen. Zijn kennis op dit gebied en zijn privé-verzame-
ling dwongen respect af, zo zeer dat hij op antiekbeurzen, zoals de An
tiekbeurs Delft, als adviseur en keurmeester werd gevraagd.
In 1972 werd hij als eerste in Nederland aangesteld als provinciaal mu
seumconsulent en wel voor de provincie Noord-Holland. Deze nieuwe
functie werd in het leven geroepen omdat de functie van rijksconsulent
was opgeheven en er een hiaat was ontstaan in het ondersteunen van mu-
NECROLOGIEËN