Het bedrijf bleef gevestigd in de Kruisstraat. Al op de lagere school (1945-
1950), de Crayenesterschool aan de Crayenestersingel, openbaarden zich
een paar eigenschappen van Ab die hem zijn hele leven zouden tekenen:
zijn liefde voor boeken en voor verzamelen en de bereidheid zijn kennis
aan derden ter beschikking te stellen. Zo begon hij rond 1949 met een
uitleenbibliotheek van zijn eigen boeken. De titels waren op een lijst uit
getikt en verdeeld in categorieën naar leeftijd en er was een apart schrift
voor uitleningen. In diezelfde tijd had hij al verzamelingen postzegels,
bierviltjes, radiospullen (hij bouwde kristalontvangers die het nog deden
ook), asbakken en glazen met teksten. Van 1950 tot 1956 bezocht hij het
Coornhertlyceum. In die periode ontstond zijn belangstelling voor ge
nealogie in het algemeen, vanuit een interesse voor de eigen familie, zo
wel van vaders als van moeders kant. Als een logisch verlengde daarvan
ging hij zich interesseren voor lokale en regionale geschiedenis, aanvan
kelijk vooral voor Warmond, later ook en steeds sterker voor Haarlem.
De eerste reizen met het gezin naar het buitenland vanaf 1949 maakten
grote indruk op hem, vooral die in 1951 naar Zweden, in een naar maat ge
maakt pakje met de eerste lange broek.
Vakantiewerk in de kledingzaak vond Ab wel leuk en hij had geen
echte ambitie in een andere baan, vandaar dat hij na zijn eindexamen
hbs-a besloot dat hij later in de kledingzaak wilde komen. Ter voorbe
reiding daarvan zou hij beginnen met een studie economie in Amster
dam. Hij werd lid van het Corps en van het dispuut m.a.r.n.i.x., dat
erg belangrijk voor hem werd. Hij woonde jaren met veel plezier in het
dispuutshuis, Hartenstraat 27. Na een paar jaar werd duidelijk dat de eco
nomiestudie hem weinig kon boeien en overwoog hij om geschiedenis
te gaan studeren. Maar dan moest hij staatsexamen gymnasium doen en
helemaal opnieuw beginnen, een verlies van circa vier jaar. Uiteindelijk
besloot hij het studentenleven waarvan hij in de jaren 1956-1960 had ge
noten vaarwel te zeggen en zich voor te bereiden op een loopbaan in de
kleding. Geschiedenis zou hij als hobby blijven beoefenen.
Hij moest in militaire dienst (1960-1962), waar hij weinig zin in had,
maar als korporaal administratie in Arnhem kon hij grote delen van de
dag doorbrengen in het Rijksarchief aldaar, waarnaar hij delen van het
Warmond-archief uit Den Haag had laten overbrengen. Na verschillende
vak- en praktijkdiploma's te hebben behaald, verbleef hij een jaar (1963-
1964) in Londen bij 'Saville Row-tailor' Dennis Wilkinson en bij Austin
Reed in Regent Street. In augustus 1964 keerde Ab na acht jaar terug naar
zijn geboortehuis waar hij boven de zaak op de zolderverdieping ging wo-
214 HAERLEM JAARBOEK 2012