De Wit was een sociaal democraat van de oude stempel, een bestuur
der, die op het standpunt stond datje de maatschappij vanuit historisch
perspectief stap voor stap met een consistente besluitvorming, met een
zo breed mogelijke politieke steun, moet verbeteren. Een actieve en slag
vaardige overheid bestuurt in continuïteit en hoedt zich voor de waan
van de dag. Bij zijn eigen bestuursdaden kon De Wit die continuïteit
handhaven door zijn lange ervaring en fabelachtige geheugen. Dat ge
heugen voor data en feiten in combinatie met zijn didactische instelling,
resulteerde in een opvallende drang naar volledigheid. Voordeel daarvan
was wel dat als hij een publikatie wijdde aan een bepaalde zaak, je daarna
alle voorgaande stukken in de papiermand kon deponeren!
Het zoeken naar harmonie of een zo breed mogelijk draagvlak bete
kende voor hem echter nooit zoiets als een grootste gemene deler. Hij was
een sterk lobbyist, beklom ieder podium dat hem werd geboden, altijd er
op uit anderen te overtuigen. Hij zei daarover: 'In discussies ben ik niet
onmiddellijk overtuigd van mijn ongelijk. Ik kan best tegen kritiek, de
vraag is of anderen tegenspraak kunnen dulden.'
De glamourkant van een openbaar ambt was hem vreemd. Hij ging
contacten met de media niet uit de weg, in tegendeel, hij zocht de pers
veelvuldig op, maar altijd om de zaak, nooit om zijn persoon. Hij had
geen talent voor small-talk over ditjes en datjes. Hij was alleen beschik
baar voor actualiteitenprogramma's en niet voor talkshows of andersoor
tig 'infotainment'. Ook meer ontspannen gelegenheden dienden in zijn
opvatting een inhoudelijke component te bevatten.
In de jaren na zijn pensionering bleef hij actief in vele functies, waar
van de opvallendste zijn: de voorzitterschappen van de Raad voor het
Korps Landelijke Politie Diensten (klpd), de Rijkscommissie voor de
Monumenten, Stichting Garantie Instituut Woningbouw, Stichting Pro
vinciale Atlas Noord-Holland en het Overlegorgaan Nationaal Park Zuid-
Kennemerland. Zijn levenslange liefde voor de natuurbescherming en in
het bijzonder voor Het Gooi culmineerde in het ere-voorzitterschap van
het Goois Natuurreservaat. In die latere jaren liet hij van zich horen bij di
verse ontwikkelingen in Haarlem. Corrie en hij bleven trouwe bezoekers
van congressen en afelingsvergaderingen van de PvdA. Het lobbyen ver
leerde hij nooit.
Zijn bijzondere aandacht gold zijn geliefde provinciehuis, Paviljoen
Welgelegen, dat ingrijpend werd gerestaureerd en gerenoveerd. Hij volg
de het proces met veel interesse en voerde zelfs campagne tegen het idee
om opnieuw lichtkoepels te bouwen op het dak, de lantaarns, zoals die
228 HAERLEM JAARBOEK 2012