Het eerste grootzegel, afdruk uit 1323. (Collectie Archives du Nord, Lille) grootzegel, gehangen aan twee grafelijke oorkonden uit 1299. Van deze zegels zijn slechts fragmenten over.4' Maar met het daarvoor gebruikte zegelstempel werden nog drie andere tot ons gekomen afdrukken ver vaardigd, één bevestigd aan een grafelijke oorkonde uit 1323 en twee aan stedelijke oorkonden uit 1345. Eén van de twee zegels uit 1345 is goed over geleverd en naar dit exemplaar, in het stadsarchief te Dordrecht, tekende Enschedé het zegel na.5' Maar ook de afdruk uit 1323, bewaard te Lille (Rij- sel), is nagenoeg gaaf.6' Het ronde grootzegel is ook letterlijk groot, met een diameter van circa 72 mm, inclusief het randschrift van zes mm. In deze rand staat boven in het midden zoals gebruikelijk een kruis, gevolgd door vijf woorden. Het randschrift luidt compleet: t sigillvm liberi oppidi de harlem, of wel: [kruis] Zegel van de vrije stad Haarlem. Binnen dit randschrift ziet men een versterkte poorttoren waarvan de doorgang is gesloten, met op het zadeldak drie sierlijk afgedekte torentjes, het geheel binnen een door kantelen aangeduide ringmuur. Buiten deze muur is links en rechts een bladeren dragende boom met gebogen stam afgebeeld; deze twee bomen komen voort uit de zegelrand. JAAP VAN MOOLENBROEK 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 29