1878 in een verzameling berustte en beschreven werd in een overzichts
werk van L.Ph.C. van den Bergh.10' Het is weinig waarschijnlijk dat deze
gipsafdruk naar een in een Noord-Frans archief verscholen zegel was ge
maakt; een ander exemplaar zal dus als model hebben gediend, mogelijk
eveneens uit de eerste helft van de veertiende eeuw. Want in de tweede
helft van die eeuw veranderde deze voorstelling, zo zullen we zien.
Twee kleine zegels, 1352-1414
Zo'n dertig jaar na het besproken tegenzegel verschijnt in onze overleve
ring een ander klein zegel, een zegel ad causas of ter zaken. Daarvan zijn
in het stadsarchief van Haarlem twee afdrukken overgeleverd, uit 1352 en
1393. Van de eerste is nu niet veel meer over, van de tweede het grootste
deel. Naar dat laatste exemplaar tekende Enschedé het zegel na, met een
reconstructie van de ontbrekende gedeelten die op zijn tekening duide
lijk zijn gemarkeerd.11' Er is echter nog een derde afdruk voorhanden in
het Nationaal Archief, aan een akte van schout, schepenen en raad van
Haarlem uit 1414. Dit afhangend zegel is completer bewaard dan dat van
1393, hoewel het oppervlak is afgesleten.12'
Het ronde zegel heeft een middellijn van 54 mm, inclusief de zegel-
rand. Het randschrift is in de afdruk van 1414 vollediger bewaard dan in
die van 1393. Op de laatste zijn enkel nog de slotwoorden ad caus[as]
zichtbaar; op het exemplaar van 1414 lees ik sigillvm opidi [h]
aerlem[ensis] ad causas. De aanvulling die Enschedé bedacht, blijkt
onjuist, terwijl het randschrift kennelijk ook niet zoals in zijn recon
structie de gehele rand vulde.13'
In het zegelveld domineert opnieuw een dubbelzijdig zwaard met de
punt naar boven, ook hier met een kort gevest, flinke pommel (knop) en
stevige pareerstang. Aan beide zijden van de kling zijn nu twee sterren
afgebeeld, dus in totaal vier, die ook niet meer achtpuntig maar zespun
tig zijn. Op de punt van het zwaard zien we, op de afdruk van 1414 nu met
moeite, een nieuw element, namelijk een kruisje, kleiner dan de ster
ren.14' Zwaard, kruis en sterren zijn afgebeeld binnen een rozet gevormd
door zes aaneensluitende spitsbogen die gelegd zijn op een zespas, met
in de spitsbogen zes kruisvormige bloempjes en in de rondbogen zes kop
jes. Op de punten van de zes spitsbogen tekende Enschedé in de rand zes
grotere bloemen in, een gissing die mij door de afdruk van 1414 lijkt te
worden bevestigd. Dus verschijnt ook een bloem midden boven in de ze-
gelrand op de plaats waar gewoonlijk een beginkruis staat.
HAERLEM JAARBOEK 2012