lange kling en een gevest dat lang genoeg is om met twee handen te kun
nen worden gehanteerd. Het kruis op de punt van de kling is simpel en
relatief klein, ook hier kleiner dan de vier uitbundige sterren.
Zo werd het hart van een klein zegel dat voor het eerst in 1352 voor
komt, bevorderd tot het hart van het grootzegel dat voor het eerst in 1392
verschijnt. Dit totaal vernieuwde stadszegel heeft een glorieus en gewijd
karakter. Het grote geplooide doek, omgeven door gebouwen die onge
twijfeld de stad symboliseren, wordt triomfantelijk getoond door enge
len die afgebeeld zijn naast de plek waar kruis en zwaard elkaar raken.
Deze laatste twee elementen zijn hier nog minder gelijkwaardig uitge
beeld dan op het zegel ter zaken. Het zwaard, symbool van de stedelijke
macht en weerbaarheid, domineert nog krachtiger, en het kruis lijkt ook
hier aangebracht ter heiliging van dit symbool van macht, weerbaarheid
en gerechtigheid.
Dit prachtige stadszegel, dat met zekerheid in gebruik was in de pe
riode 1392-1418, heeft vermoedelijk al eerder dienst gedaan; het vorige is
immers niet meer na 1345 aangetroffen. Het zal minstens in gebruik zijn
gebleven tot circa 1430, toen een Haarlemse goudsmid tot tweemaal toe
de opdracht ontving een grootzegel te maken. Een afdruk hiervan is niet
bekend, en we weten dus niet of toen inderdaad een nieuw stempel is ge
realiseerd. Misschien hield het maken van een nieuw zegelstempel ook
niet automatisch in dat er meteen een nieuw ontwerp kwam, aldus Flo
rence Koorn.20' Omstreeks 1451 was er zeker een nieuw grootzegel, waar
over dadelijk meer. Het is dus niet uitgesloten dat het tweede grootzegel
tot op die tijd in gebruik is gebleven. Nieuwe vondsten zullen daarover
opheldering kunnen geven.
De zegels in de verdere vijftiende eeuw
Terwijl dit grootzegel de glorie van Haarlem uitdroeg, werd een nieuw ze
gel ter zaken met dezelfde strekking vervaardigd, dat voor het eerst voor
komt in 1426 en daarna dikwijls.21' Dit ronde zegel, met een middellijn van
55 mm, draagt weer het randschrift: sigillvm opidi haerlemensis
ad causas. In de rand ontwaart men nu maar liefst twee kruisjes, en wel
op de hoofden van twee in het zegelvlak afgebeelde engelen, die tevens
een deel van de rand in beslag nemen. Ze staan met hun voeten op con
soles, worden omgeven door groenende bomen, en tonen een gepunt wa
penschild met daarop het inmiddels vertrouwde stadsembleem: een lang
dubbelzijdig ridderzwaard met een kruisje op de punt, en omgeven door
HAERLEM JAARBOEK 2012