de kerstening van het Oostzee-gebied. Voor hen stond het zwaard in dienst van het kruis. Dat wordt op hun zegel gesymboliseerd door een groot kruis boven een ridderzwaard, dat met de punt naar beneden is af gebeeld om de dienst aan het kruis te benadrukken. Het kruis is niet met het zwaard verbonden maar zweeft erboven. In het randschrift staat het kleine beginkruis op de gebruikelijke plaats. In dit zegel zijn, anders dan in het Haarlemse, kruis en zwaard gelijkwaardige beeldelementen.30' Het drieledige embleem won kennelijk zo onstuitbaar veld in de Haar lemse gemeenschap dat men het ook terug wilde zien in het grootzegel, een stap die in 1392 was gezet. De wijze van presentatie van zwaard, kruis en vier sterren op dit zegel laat er geen twijfel over bestaan dat hier het centrale stadssymbool van Haarlem wordt getoond, nog niet op een wa penschild maar op een door engelen opgehouden langgerekte, ongetwij feld rood gedachte draperie. Zo groeide uit het tegenzegel een nieuw stadszegel, zoals bij voor beeld ook in Deventer gebeurde. Het oudste grootzegel van Deventer, een poorttoren omringd door een halfronde stadsmuur, werd in 1274 voorzien van een tegenzegel met een adelaar. Deze voorstelling ging de poorttoren verdringen. In 1336 treft men voor het eerst een adelaar op de voorkant van een zegel aan, en vanaf 1376 werd uitsluitend nog het stadszegel met de adelaar gebruikt.31' Na 1392 was het in Haarlem nog slechts een kwestie van tijd dat het stadsembleem ook op een wapenschild zou worden afgebeeld. Opnieuw werd de weg gewezen door een klein zegel, in 1426. Uiterlijk een kwart eeuw later, in 1451, verschijnt het uitbundig geheraldiseerde wapenschild ook op het grootzegel van de stad. Hiermee was een ontwikkeling van ruim honderdvijfentwintig jaar afgesloten. Het zegel van de orde van de Zwaard ridders, afdruk uit 1226. (uit: F. Benninghoven, Der Orden der Schwertbrüder, afb. 47) HAERLEM JAARBOEK 2012

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 42