Het gezin van Gijsbert Claesz van Campen
In de Haarlemse doopboeken is geen doop geregistreerd van Gijsbert
Claesz van Campen, evenmin vond ik zijn huwelijk. Ook in het register
van de Haarlemse schepenhuwelijken wordt hij niet vermeld. Wel vond ik
in de Haarlemse begrafenisboeken verschillende personen met de achter
naam Van Campen die in de Grote of St. Bavokerk waren begraven. Kwam
Gijsbert Claesz van Campen soms uit een andere stad? In het register van
de Schepenhuwelijken van Leiden staat op 10 september 1604 de onder
trouw genoteerd van Gijsbert Claesz van Campen jongeman van Leiden
met Maria Joris jongedochter van Haarlem. Getuige voor de bruidegom
is Willem Jacobsz. Hey, zijn stiefvader. De bruid Maria Joris "is zelve niet
gecompareert, maer es van haerer wegen behoorlijcke attestatie overge-
levert".5' Uit latere documenten blijkt dat hij en zijn echtgenote rooms-
katholiek waren, wat verklaart dat de kinderen uit hun huwelijk niet in de
Doopregisters van de hervormde Grote of St. Bavokerk van Haarlem voor
komen. De gezinssamenstelling moet dus langs een andere weg gezocht
worden.
Pas vanaf 1629 zijn de Doopregisters van de Haarlemse Rooms-katho-
lieke Staties bewaard gebleven. Vanaf die tijd werden naast de registratie
in de schepenregisters ook de ingezegende Rooms-katholieke huwelijken
geregistreerd. In 1642 werden de huwelijkse voorwaarden gedocumen
teerd van Pieter van Campen Ghijsberti met Geertruijt Cornelisdr. De
bruidegom is 'vergezelt van Ghijsbert Claesz van Campen ende Maria Jo
ris dogter, sijn vader en moeder, mitsgaders van Pieter Claesz van Cam
pen, sijnen oom en Floris van Dijck en Jan van der Lijn sijne goede be
kende vrient s' Hiermee is een zoon van het echtpaar gevonden. De
genoemde getuige Floris van Dijck (1574/75-1651) was de stillevenschilder,
die evenals de familie Van Campen rooms-katholiek was en een "cousijn"
was van zijn vader.7'
Een andere zoon, Cornelis Gijsberti van Campen, trouwde in 1653 met
Catharina Barentsdr. de Jongh en bij de doop van hun zoon Gijsbertus
op 31 december 1662 was Marijtie Joris, weduwe van Gijsbert Claesz van
Campen doopgetuige.8' Een zuster van deze Cornelis van Campen, Maria
van Campen, vinden we later als doopgetuige bij de doop van zijn zoon
Cornelis op 17 januari 1667 en nogmaals bij de doop van zijn zoon Jacobus
op 5 mei 1669.9' Vervolgens vinden we nog een zevental kinderen van Gijs
bert Claesz van Campen en Maria Jorisdr. die in de Grote of St. Bavokerk
zijn begraven. Een dochter Alida wordt vermeld in de Begraafregisters, in
HAERLEM JAARBOEK 2012