noch op de tekening van de Mare, noch in de beschrijving van het schil
derij in de advertentie van Wouterus de Nooy de twee meisjes voor komen
waarvan sporen werden ontdekt gedurende de onlangs begonnen restau
ratie in het museum in Brussel.
Wouterus de Nooy wist de schilderijen niet te verkopen, want hij liet
ze in het volgende jaar veilen.41' Vier dagen later op 30 april 1811 werd
het grote schilderij met de ouders en zeven kinderen geveild:42' De koper
daarvan is niet bekend, maar veel later, op de veiling van de collectie van
J.A. Bennet in 1829 te Leiden, werden beide schilderijen opnieuw aange
boden.43' De schilderijen waren na 1811 blijkbaar samen verworven door
Bennet die na het verlies van zijn collectie ten gevolge van de buskruit
ramp te Leiden in 1807 een nieuwe verzameling samenstelde.
Na de veiling van 1829 raakten de stukken definitief uiteen en dook het
schilderij met kinderen in de bokkenwagen op in Engeland, waar het in
1834 met schilderijen uit de collectie van Charles John West uit Norwich
werd geveild.44' Uiteindelijk kwam het schilderij in bezit van de Konink
lijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel.45'
Het linker gedeelte van het schilderij met de familiegroep kreeg na
1829 eveneens een andere eigenaar en kwam in bezit van de 7th Viscount
Boyne.46' Het bleef vier generaties lang in bezit van de familie totdat de
11th Viscount Boyne het schilderij in 2011 verkocht aan het Toledo Muse
um of Art. Beide schilderijen zijn nu voor altijd gescheiden.
Met veel dank aan Marten Jan Bok, Rudi Ekkart en Frans Grijzenhout.
PIETER BIESBOER