4 Voor den Armen'
Een Haarlemse stadsobligatie in familiebezit
'Van vader op zoon', zeggen we als we de overdracht van bezit tussen gene
raties in manlijke lijn beschrijven; het doorgeven van familie-eigendom
vanuit het verleden naar het heden. Ik erfde van mijn vader een obligatie
uit 1804, uitgegeven door de stad Haarlem, met een nominale waarde van
25 gulden. Op die obligatie wordt, tegen overhandiging van een coupon,
door de gemeente Haarlem jaarlijks 2,5% rente uitgekeerd. Voorheen le
verde dat 62,5 cent per jaar op, tegenwoordig 0,29 euro. Deze meer dan
twee eeuwen oude, nog steeds 'levende' Haarlemse obligatie is niet uniek,
maar zo langzamerhand wèl bijzonder. Mijn vader was er van overtuigd
dat de stadsobligatie vanaf het jaar van uitgifte binnen de familie was. In
dit artikel doe ik een persoonlijk getoonzet verslag van mijn zoektocht
naar de omstandigheden die het stadsbestuur er in 1804 toe brachten
deze obligatie uit te brengen, en naar de rol die economische waardepa
pieren binnen verschillende generaties van mijn voorouders speelden.
Mijn zoektocht plaats ik tegen het decor van de Haarlemse samenleving
gedurende de negentiende eeuw. Uit mijn onderzoek zal blijken dat de
historische realiteit soms een andere is dan romantische familieverhalen
ons wilden doen geloven.1'
Ongunst der tijden
Het zat Nederland rond 1800 op allerlei terreinen tegen en Haarlem deel
de in de malaise. In de loop van de achttiende eeuw hadden nationale en
internationale ontwikkelingen de economische en politieke positie van
de Republiek stevig onder druk gezet. Een van de belangrijkste ontwik
kelingen was dat zowel Engeland als Frankrijk, na een lange periode van
interne strubbelingen, met herwonnen elan een expansieve machts- en
handelspolitiek voerden, ten koste van de Nederlandse belangen. Ons
land daarentegen verstarde in die tijd, zowel politiek als sociaal, en de
HANS KOPPEN