Eén van de vijfentwintig gulden obligaties, nummer 391, is in mijn be zit. Verderop zal blijken dat er méér, aanzienlijk waardevollere stadsobli- gaties binnen de familie hebben gecirculeerd. Zoals gezegd, de obligatie is nog 'levend' en is in beheer van de gemeente Haarlem. Aan het eind van dit artikel ga ik in op de huidige stand van zaken rond de stadsobligatie en op het gemeentelijk beleid inzake oude stedelijke waardepapieren. De ondertekenaars van de obligatie De obligatie is uitgegeven door, en ondertekend namens het stadsbestuur. De eerste ondertekenaar is Martinus Bodisco, ontvanger der stedelijke be lastingen. De tweede jhr. mr. Wigbold van Sypestein, secretaris van Haar lem. Medeondertekenaars waren mr. Jan Teding van Berkhout, lid van de Vroedschap, en Jan Willem Druyvesteyn, eveneens lid van de Vroedschap maar ook schepen en wethouder van Haarlem. Als we kijken naar deze namen mogen we concluderen dat een belang rijk deel van de Haarlemse bestuurlijke elite, vanouds door familie- en vriendschapsbanden nauw met elkaar verbonden, zijn handtekening on der de obligaties heeft gezet. Wat weten we van hen? Martinus Bodisco (1753-1825) was een geboren Haarlemmer, afkomstig uit een doopsgezind koopmansgezin.21' Mr. Wigbold van Sypestein (1758-1815) had als vader de patriciër mr. Cornelis Ascanius van Sypestein, heer van Moermont, Re- nesse en Noordwelle, eertijds burgemeester van Haarlem. Deze Wigbold fungeerde niet alleen secretaris van de stad maar trad ook op als griffier van het Vredegerecht en als thesaurier van de Haarlemse vrijmetselaars loge 'Vicit Vim Virtus'.22' Zijn bestuurlijke besognes wisselde hij af met luchtiger bezigheden: hij was lid van een reeks prestigieuze Haarlemse sociëteiten en gezelligheidsorganisaties, zoals het St. Jacobsgilde (een feestgezelschap), St. Hubert (jachtgezelschap), Pictura (feestgezelschap), Kunst en Vermaak (kolfgezelschap) en de rederijkerskamer Trou moet Blycken. Trou moet Blycken was vanaf 1795 de sociëteit van de oude bo venlaag van patriotse regenten en de nieuwe bovenlaag van deftige bur gers die dankzij de Bataafse Revolutie op het bestuurlijk kussen waren beland.23' Mr. Jan Teding van Berkhout (1756-1806) behoorde tot een tot rijkdom gekomen Hollandse regentendynastie. Via zijn huwelijk met Elisabeth Sophia van Sypestein kwam hij in de stadsregering. Jan nam deel aan de patriottenbeweging en was lid van tal van Haarlemse genootschappen.24' Hij tekende de obligatie in zijn hoedanigheid van president van de Haar lemse raad. HANS KOPPEN 105

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 107