'ten laste van de Stad Haarlem, rentende 4%, ieder groot in kapitaal duizend gulden, zijnde numero 1 en numero 3, gewaardeerd op 80%, dus tezamen zestienhonderd gulden'. Ook deze obligaties zijn dus uitgegeven door de stad Haarlem maar ma ken, gelet op het afwijkende rentepercentage, 4% in plaats van 2,5%, geen deel uit van de emissie van de obligatie waar ik naar op zoek ben. Die 25 gulden obligatie is echter niet in de boedelbeschrijving en -toedeling te rug te vinden. Daarom moet ik wel aannemen dat die stadsobligatie zich niet al vanaf het moment van uitgifte in 1804 in het familiebezit heeft be vonden, anders was dat waardepapier zeker vermeld geweest. Na de over dracht aan Catharina verdwijnen de twee stadsobligaties a duizend gul den uit het zicht. Er resten ons weinig goederen die aan Abraham Bender doen herinne ren, op twee dingen na. In mijn bezit is een platenbijbel van Jan Luiken uit 1729 met gravures van bijbelse voorstellingen. Die bijbel komt van de Benders. Op enkele van die gravures zien we opeens een glimp van Abra ham zélf verschijnen. Zo heeft hij zijn naam geschreven onder sommige platen en heeft hij teksten overgeschreven of onderstreept die hem (ken nelijk) aanspraken. Ook een antieke speeltafel die bij mij thuis staat, nog altijd met lange Goudse pijpen erin opgeborgen, komt uit de Bendertak. Hendrik Bender (1810-1860) Abraham Bender bouwde met zijn zaak een aardig vermogen op. Zijn zoon Hendrik is uit ander hout gesneden. In hem zien we geen succesvol entrepreneur, maar iemand die met zijn geërfde bakkerij langzaam af zakt.36' Deels zal deze ontwikkeling een gevolg zijn van zijn persoonlijke capaciteiten (of het gebrek daaraan), maar ook de malaise waarin Haar lem toentertijd verkeerde en de wijdverbreide armoede zullen hem het bakkersleven niet gemakkelijk hebben gemaakt. Hendrik huwt in 1849 met Christina Raaijers (1822-1877) en krijgt met haar twee kinderen: Abraham en Anna. Hij zet de bakkerij in de Anegang voort, maar teert zakelijk gezien in. Over zijn persoonlijk leven leert het familiearchief mij verder niets. Alleen dat hij op 26 mei i860 tamelijk jong overlijdt, nog maar vijftig jaar oud. In de Opregte Haarlemsche Cou rant van 31 mei i860 zet zijn weduwe een rouwadvertentie waarin zij niet alleen Hendriks overlijden bekend maakt '....mij nalatende twee Kinde ren, te jong om hun verlies te beseffen', maar tevens de klanten laat we ten: 'De Affaire zal provisioneel op denzelfden voet door de Wed. worden 110 HAERLEM JAARBOEK 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 112