Bakkers in Haarlem Haarlemmers hadden in het midden van de negentiende eeuw een ruime keus uit bakkers. In 1849 waren in de stad 164 bak kers gevestigd, oftewel één bakker op elke 158 inwoners. In die tijd was de bedrijfsvoering van bakkers nog erg ouderwets. Vaak maakten zij gebruik van een zogenaamde 'wulfoven', een oven waarvan de bakruimte met hout of turf werd heet ge stookt. Na ieder baksel moest zo'n oven weer gedurende 1,5 a 2 uur worden bijgewarmd. De bakproductie was hierdoor laag, ook omdat toen nog geen gebruik werd gemaakt van meng- en kneedmachines. Behalve brood leverde de broodbakker ook beschuit, ontbijtkoek, banket en koekjes. Rond 1850 waren veel broodproducten te duur voor de arbeidende klasse om dagelijks te consumeren. In 1854 kostte een kilo fijn gebuild tarwebrood 41 cent, een ongebuild 28 ct. Roggebrood kostte 15 ct. per kilo. De duurte van het brood was een gevolg van de verstikkende regelgeving rond graanmolens in ons land en van de handels- en belastingpolitiek van de Nederlandse regering: buitenlands graan werd kunstmatig duur gehouden om de Nederlandse boe ren te beschermen. Ook plaatselijke opcenten, de 'accijns op het gemaal', maakten dat tarwebrood alleen betaalbaar was voor de gegoede burgerij. Na de geleidelijke afschaffing van deze accijn zen in de tweede helft van de jaren 1850, en in het bijzonder door de toevloed van goedkoop graan uit Amerika vanaf de jaren i860 (toen spoorwegen de Great Plains hadden opengelegd en steeds grotere stoomschepen het graan naar Europa brachten) daalde de broodprijs sterk. Deze tendens werd gestimuleerd door de oprichting van meel- en broodfabrieken. Haarlem kreeg zijn eerste broodfabriek in 1866. De concurrentie daarvan leidde tot schaalvergroting in de Haarlemse bakkerswereld: in 1889 telde de stad nog 75 bakkers die een bakkerij voor eigen rekening dre ven. Daarnaast waren er vier gemechaniseerde bakkerijen, waar echter 27% van het aantal plaatselijke bakkersknechts werkte.39' 112 HAERLEM JAARBOEK 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 114