Lezende ambachtslieden
Janneke Tump
De leescultuur van Haarlemse kuipers, ververs,
goud- en zilversmeden, 1620-1720
Inleiding
In de 17de en 18de eeuw had Haarlem, net zoals andere Hollandse steden,
een grote ambachtelijke sector. Ambachtslieden leerden hun vak op de
werkvloer, want praktische vaardigheden werden van meester op leerling
doorgegeven door middel van 'learning by doing' of imitatie. Sommige
vaardigheden, zoals het maken van houten kuipen of sieraden, konden
nu eenmaal alleen door veel te oefenen worden aangeleerd.1' Toch ver
schenen er al in de 17de eeuw gedrukte handleidingen over uiteenlopende
technische onderwerpen en zijn er meerdere teksten bewaard gebleven
die voor en door ambachtslieden werden geschreven en vakkennis bevat
ten.2'
De gedrukte handleidingen zijn een bewijs dat in elk geval een deel
van de ambachtslieden kon lezen. Dat is niet opmerkelijk, want in de
Hollandse steden was er in de 17de en 18de eeuw sprake van een gevari
eerd en uitgebreid schoolsysteem. Natuurlijk was het onderwijs op deze
scholen niet altijd even goed en veel kinderen maakten het lesprogramma
niet af, maar het resultaat was wel dat veel stedelingen op zijn minst een
beetje konden lezen en schrijven.3' Ofschoon dit ook in Haarlem het geval
was, is er vrijwel niets bekend over de leescultuur van de ambachtslieden.
Daarom is in dit artikel gekeken naar de instructieboeken die ambachts
lieden op de werkvloer gebruikten. Daarna is onderzocht of dergelijke
boeken inderdaad in de inboedels van Haarlemse kuipers, textielververs,
goud- en zilversmeden voorkwamen.
Dit artikel is in de eerste plaats gebaseerd op boeken en teksten die in
de 17de en begin 18de eeuw voor en door Hollandse ambachtslieden wer
den geschreven. Een tweede bron zijn vierenvijftig boedelinventarissen
uit de periode 1620-1720. Om de boedels te vinden werden zoveel mogelijk
registers van diverse Haarlemse notarissen onderzocht.4' Een klein aantal
werd gevonden met behulp van verwijzingen in de literatuur.5'