bedrijfsomzet geholpen hebben. Daarnaast zullen ook zijn beleggingen
in belangrijke mate aan de vermogensgroei hebben bijgedragen. Wat dat
betreft had hij de wind mee. In de tweede helft van de 19e eeuw namen
immers zowel de internationale handel als de Nederlandse industriƫle
productie sterk toe, wat zich vertaalde in stijgende beurskoersen. Ook
de landbouwvoorspoed van die jaren zocht naarstig naar beleggingen,
meestal in goed renderende staatsfondsen. En vanaf 1870 gingen ban
ken, commissionairs en beurshandelaren steeds professioneler opereren,
daarmee maakten zij internationaal beleggen aantrekkelijk.50' Daar profi
teerden ook kleine beleggers als brood- en banketbakker Johannes Kop
pen van, met een voor hen uitstekend beleggingsrendement als resultaat.
Ik kijk in de boedelbeschrijving van 1897 de lange lijst van waardepa
pieren (obligaties, aandelen en schuldcertificaten) na of ik de Obligatie
Haarlem 1804 erin aantref. Helaas! Wel trekken allerlei effecten uit, on
der meer, Rusland, Turkije, Brussel, Amsterdam, Rotterdam, Milaan,
Neuchatel, Oostenrijk en Portugal aan mij voorbij, maar de Haarlemse
stadsobligatie 1804 laat zich nog steeds niet traceren. Toch zal die eens in
het familiebezit moeten opduiken.
Johannes Albertus Koppen (1882-1931)
Johannes Albertus, roepnaam: Han, geboren te Haarlem, is de oudste
zoon van Johannes en Alida Koppen-Ingeneger. Hij trekt veel op met zijn
twee jaar jongere broer Wim. Het zijn twee ondernemende knapen. Niet
alleen richten ze samen een vriendenclub op, dat was onder jongeren ta
melijk gebruikelijk in die tijd, maar ze maken tussen 1904 en 1910 ook ver
scheidene buitenlandse reizen: naar Keulen, Berlijn, Brussel en Parijs. In
mijn boekenkast staat een fotoboek over het Londen van begin 20e eeuw.
De foto's tonen wegen en pleinen vol koetsen en door paarden getrokken
dubbeldeks omnibussen. Overal indrukwekkende gebouwen, symbolen
in steen van het Empire. Weelderig geklede dames en heren, zo kenmer
kend voor die belle epoque aan de vooravond van de Eerste Wereldoor
log, stofferen en masse het Londense straatbeeld.51' Het boek is een her
innering aan het bezoek dat Han en Wim in augustus 1908 brachten aan
de Franco-British Exhibition in Londen. Het Britse Commonwealth en
Frankrijk, beide (koloniale) grootmachten, wilden met die grootse expo
sitie de wereld tonen waar ze met hun handel, industrie en architectuur
toe in staat waren. De negen miljoen bezoekers van de exhibition konden
bij wijze van amusement ook verscheidene native villages bezichtigen.
Elk dorp was ruim voorzien van exotische rijksgenoten, allen druk doen-
HAERLEM JAARBOEK 2013