Bij zijn handelen in aandelen moet Han de obligatie ergens zijn tegen
gekomen. Van wie hij de obligatie heeft gekocht staat er op het papiertje
niet bij.59' De koopsom is, zo noteert hij, 35% van de nominale waarde
8,75)- Later ontdek ik in het archief nóg een aantekenboekje. In dat
boekje voert Han de administratie van zijn omvangrijke privébeleggin-
gen over de jaren 1930 en 1931. Ook daarin is de stadsobligatie als een van
de waardepapieren opgenomen.
Wat mij nu intrigeert is waarom Han die stadsobligatie in 1921 heeft
gekocht. Als serieuze belegging zal hij die obligatie wel nooit bedoeld
hebben, daarvoor waren waarde en rentevergoeding ook toen al (veel) te
minimaal. Maar waarom dan wel? In het archief kan ik er niets over vin
den. Alleen speculatie blijft mij over. Spreekt uit de aankoop van deze
obligatie een speciale (historische) verbondenheid met zijn vaderstad
Haarlem? Niets in Han zijn levensgeschiedenis, voor zover ik daar weet
van heb, wijst op zo'n affiniteit.60' Is het omdat deze oude stadsobligatie,
die ook in het begin van de jaren twintig al iets bijzonders moet zijn ge
weest, hem als beleggingsspecialist interesseerde? Wilde hij de obligatie
7. 1 ïöd
Ji'
Han Koppen (3de v. 1.) werkzaam bij de kasafdeling van de Haarlem-
sche Bankvereeniging aan de Zijlstraat, 1904. (Familiearchief)
Eerste vermelding
van de 2,5% obligatie
Haarlem 1804 in de
administratie van
Han Koppen. (Fami
liearchief)
HANS KOPPEN 121