wellicht als curiosum in zijn portefeuille opnemen? Zoiets lijkt mij niet
onmogelijk - maar het blijft gissen.
Na het plotselinge overlijden van Han blijft zijn weduwe Betsy met
twee jonge kinderen achter. Het rendement van de beleggingsporte
feuille wendt zij aan als aanvulling op haar pensioen. Wel brengt zij een
verschuiving in de portefeuille aan. Na de beurskrach van 1929 wordt het
aantrekkelijker om te beleggen in onroerend goed dan in aandelen. Dat
kwam niet alleen omdat binnen een paar jaar na de krach de aandelen
tot een derde van hun waarde daalden, maar ook omdat in de begin ja
ren dertig de huren stegen terwijl de bouwkosten van huizen daalden. De
hausse aan particuliere woningbouw die dat tot gevolg had leverde ons
de tegenwoordig zo hoog gewaardeerde jaren '30 huizen op.61' (Ook) Betsy
speelde op deze ontwikkeling in. Zij kocht twee huizen. Een huis aan de
Delftlaan 'in de put' en een woning aan de Marnixstraat, beide om te ver
huren.
Albertus Johannes Koppen (igzi-2000)
Elisabeth Koppen-Brakel overlijdt 2 januari 1959. Zowel in de aangifte
voor de successiebelasting van 18 april 1959 als in de akte van boedelbe
schrijving en -toedeling van 5 mei 1959 is de stadsobligatie Haarlem 1804
opgenomen.62' Daarmee komt de obligatie formeel in het bezit van Bert
Koppen, mijn vader. Bert studeerde aan de mts (later: hts) aan de Ver-
spronckweg werktuigbouwkunde en elektrotechniek. Hij huwt in 1947
met Jeltje Haagsma (1926). Na de oorlog is Bert eerst enkele jaren werk
zaam in Nederlands-Indië, daarna volgt in 1951 zijn aanstelling tot chef
van de technische dienst bij Droste Chocoladefabrieken in Haarlem. In
1962 verhuist hij met zijn gezin naar Friesland.
Mijn vader is altijd erg van de stadsobligatie gecharmeerd geweest. Hij
vond het een familiedocument van betekenis, mogelijk omdat hij ervan
overtuigd was dat het waardepapier al zeer lang in de familie was. Vanaf
dat ik jong was werd mij dan ook voorgehouden dat de obligatie aan mij
als oudste kind zou worden nagelaten, samen met onder meer de familie-
Bijbel en de antieke speeltafel - alle overgeërfd familiebezit.
Het periodiek verzilveren van de coupons van de stadsobligatie was
bij mijn vader een ritueel apart. De coupon wordt alleen uitbetaald aan
toonder, dus om de vier jaar meldde hij zich met vier coupons bij de balie
van de kassier in het stadhuis. Vervolgens speelde zich, zoals mijn vader
smakelijk kon vertellen, keer op keer het volgende scenario af. De ge
meentelijke kasmedewerker beziet de aangereikte coupons met even gro-
122 HAERLEM JAARBOEK 2013