Johannes Albertus Koppen (1949) In de jaren negentig heeft mijn vader de Haarlemse obligatie aan mij overgedragen. Ik ben in 1949 geboren in Batavia, Nederlands-Indië. Kort daarna verhuisden wij als gezin naar Haarlem, enkele jaren later naar Bloemendaal. In 1962 emigreerden we naar Friesland, zo voelde die ver huizing voor mij althans. In mijn latere leven ben ik nog herhaalde malen, kris-kras door het land verhuisd maar het plaatsgevoel en de plaatsge hechtheid die ik in mijn jeugd met Haarlem en Bloemendaal heb opge bouwd zijn onveranderd, zij het dat mijn gevoelens zeker niet exclusief op deze twee vroegere woonplaatsen gericht zijn. Zulke gevoelens ko men voort uit emotioneel geladen, indringende gebeurtenissen die in de geest gerelateerd worden met de plek waar ze zich hebben afgespeeld. Ze tekenen ons leven van voorheen en werken door in onze persoonlijk heid van nu. Op het gebied van effecten, die in dit artikel zo'n belangrijke plaats innemen, staat mij bijvoorbeeld bij dat mijn vader mij vanaf dat ik een jaar of acht a negen was meenam naar de (toen nog) Twentsche Bank aan de Zijlstraat om 'couponnetjes te knippen'. In de uitgestrekte onder grondse safe deposit van die bank - herinner ik mij goed dat het perso neel daar in de tweede helft van de jaren vijftig nog in jacquet rondliep? - werd ik dan achter een tafel geplaatst. Daarop kreeg ik een schaar in han den gedrukt en moest ik uit een stapel aandelen- en obligatiebladen de juiste jaarcoupons knippen. Die coupons bood mijn vader vervolgens ter verzilvering aan bij de bank. Omdat mijn vader bij voortduring van me ning was dat mijn Tekenvaardigheid tekortschoot, liet hij mij na iedere knipsessie bij wijze van oefening de renteopbrengsten op grote, een soort matrixachtige administratiebladen invullen. Daarna diende ik de rijen en kolommen, ieder bestaande uit twintig tot dertig posities, horizontaal en verticaal op te tellen. Die omvangrijke kruistellingen moesten daarbij na tuurlijk gelijk uitkomen, wat een negenjarig jongetje in het pre-rekenma- chientjestijdperk natuurlijk slechts zelden gegeven is. De uitingen van wederzijdse boosheid en frustratie heugen mij nog. Ook een andere, meer recente anekdote met de stadsobligatie is het verhalen waard. De jaarsgewijs genummerde coupons staan dus op een couponblad. Daarop is ook een talon afgedrukt. Als na achttien jaar de coupons allemaal zijn verzilverd, krijgt de effectenbezitter tegen over handiging van de talon een nieuw couponblad uitgereikt. In 2007 was het weer zover. Ik zou tijdens een bezoek aan Haarlem niet alleen de cou pons verzilveren maar ook de talon aan de gemeente overhandigen, in af wachting van een nieuw couponblad. Thuis kon ik voor het vervoer van 124 HAERLEM JAARBOEK 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 126