De gemeente Haarlem en de stadsobligaties
Zoals ik in de inleiding al schreef: mijn stadsobligatie is wèl bijzonder,
maar niet uniek. De obligatie uit 1804 is namelijk niet de enige obligatie
die de gemeente Haarlem heeft uitgebracht, en er zijn zelfs nog oudere.64'
In de achttiende en negentiende eeuw heeft Haarlem voor 964.200
(c 437.534) uitgegeven aan obligaties, waarvan een gedeelte nog niet is
afgelost. Anno 2013 resteert er volgens de gemeentelijke jaarrekening
nog een nominale waarde van 160.710 (c 72.927) aan niet ingeloste
obligaties. De Haarlemse obligaties stammen uit de jaren 1769,1771-1775,
1791,1795,1804 en 1818. Zij zijn alle nog 'levend', dat wil zeggen dat er rente
op wordt geclaimd en uitgekeerd. Er is een min of meer vaste groep obli
gatiehouders die regelmatig coupons inzendt. Ook abnamro treedt als
incasseerder van dividend op. Hoewel het niet met zoveel woorden op de
obligatie staat, behandelt de gemeente Haarlem de stadsobligaties als
eeuwigdurend.
In de loop van de jaren hebben zich eigenaren gemeld voor de inkoop
van stukken. De laatste keer dat het College van b&w zich over inkoop
uitsprak was in 2005. Het College heeft toen besloten de stukken op ver
zoek in te kopen tegen een vergoeding van 120% van de nominale waar
de. Af en toe melden zich ook eigenaren met couponmantels waarvan de
coupons ontbreken. Deze stukken betreffen dan verloren gewaand fa
miliebezit of ze zijn op veilingen gekocht. Op verzoek worden aan deze
mantelbezitters nieuwe couponbladen vertrekt maar pas nadat eerst is
gecontroleerd of de coupons niet al worden aangeboden door een ander.
Ook wordt bij de verstrekking gemeld dat de rentebetaling wordt gestopt
indien mocht blijken dat, bijvoorbeeld, sprake is van gestolen Joods ei
gendom.
Nabeschouwing
In dit artikel heb ik verslag gedaan van mijn onderzoek naar de achter
gronden van de Haarlemse stadsobligatie uit 1804 en van de rol die dit en
andere waardepapieren speelden binnen mijn Haarlemse familie. Anders
dan de familieoverlevering wilde doen geloven bleek de obligatie niet al
vanaf de uitgiftedatum in de familie aanwezig te zijn, maar sinds het be
gin van de jaren twintig van de vorige eeuw - wat in deze tijd van flitska-
pitaal en computergestuurde beleggingen toch een alleszins aanzienlijke
periode is. Waarin overstijgt het hier vertelde verhaal het particuliere en
HAERLEM JAARBOEK 2013