nam in de tweede helft van de negentiende eeuw (zie grafiek 1). Aan het
begin van de jaren zeventig stonden zo'n vijftig vrouwen ingeschreven als
'publieke vrouw', waarvan er vijftien zelfstandig woonden. Daarna neemt
deze laatste groep sterk in aantal af tot nog slechts vier in 1875.
Als de eigenaren van de twee grootste bordelen vertrekken uit de stad,
vertrekt ook een groot deel van de prostituees. De vraag dringt zich dan
ook op wie de eigenaren van de bordelen waren en waarom ze de stad ver
lieten.
De bordeelhouders
Wie waren de bordeelhouders die succes hadden met hun bordeel in
Haarlem? Uit tabel 1 wordt duidelijk dat er veel kleine bordelen waren
waarvan een eigenaar kortstondig in de stad verbleef en vervolgens het
bordeel overdeed aan iemand anders. De uitzondering daarop is Riefje
Rebecca Hangjas.
Deze in Haarlem geboren bordeelhoudster werkte ook als zelfstandige
prostituee in 'haar bedrijf'. Tussen 1854 en i860 krijgt ze vier kinderen
die allen in het gasthuis in de Noorder Schoolsteeg worden geboren en
daar ook binnen een maand na de geboorte overlijden.15' In het geboor
teregister wordt als beroep 'naaister' genoteerd, maar wellicht is ze dan
al als prostituee actief. In 1869 wordt ze als 'publieke vrouw' in Haarlem
ingeschreven in de Wijde Appelaarsteeg 928, waar ze ook bordeelhoud
ster is. Ze is dan inmiddels 44 jaar oud. Riefje wil meer en in 1871 verzoekt
ze de gemeente om naast haar eigen bordeel er nog een te mogen openen
aan de Wijde Appelaarsteeg 910, maar dit wordt na inspectie door de ge
meente afgewezen.16'Toch weet ze tot 1876, als ze al 51 jaar oud is, actief te
blijven in de bordelenwereld. Daarna verhuist ze naar de Valkensteeg en
geeft ze als beroep 'koopvrouw' op. In welke koopwaar ze handelde is ech
ter niet duidelijk. Wellicht hielp ze haar broer Levie Joseph Hangjas, een
koopman in lompen. Hij moet bovendien aardig verdiend hebben met de
koop en verkoop van huizen, waaronder het pand aan de Wijde Appelaar
steeg 913.17'
In dezelfde straat was ook een ander bordeel gevestigd, dat meer suc
ces had. De eigenaar was Anna Elisabeth Müller. Deze uit Hillegom af
komstige vrouw reisde in i860 vanuit Delft naar Haarlem waarna ze
haar bordeel opende. In 1863 vertrekt ze voor even naar Amsterdam om
te trouwen met metselaar Jacobus Cremers. Hij keert met haar terug naar
Haarlem in 1864 en Anna gaat door met het leiden van haar bordeel tot in
WILMA VAN DEN BRINK