vooral te richten op het bordeel in Haarlem. Maar na de dood van haar
man Franciscus in 1871 wordt ze actiever in Leiden. 'De Likkepot' doet ze
in 1872 over aan haar oudste dochter Cornelia, die met haar echtgenoot
Willem Daniel Roosdorp naar Leiden verhuist.35' 'Moeder Kee' begint
vervolgens met het overnemen van andere bordelen, in de Lange Agnie-
tenstraat, Kloosterstraat en Vrouwenkerkhof. Behalve dochter Cornelia,
worden haar zwager Roelof Roosdorp en zijn echtgenote Anna Catharina
Allegonde de Graaf ingezet om deze bordelen te beheren. Ook de latere
echtgenote van Antoon, Johanna Maria Pieterse, krijgt een actieve rol
binnen het 'familiebedrijf' Winkelaar.
In Haarlem werden in de loop der jaren in totaal zo'n 161 vrouwen in
het bordeel van 'Moeder Kee' ingeschreven, in Leiden waren het zo'n 300
vrouwen die voor de familie werkten als prostituee.36' Het hebben van ver
schillende bordelen in diverse steden had als voordeel dat er prostituees
tussen de huizen van plezier werden uitgewisseld en de familie op die
manier het 'aanbod' steeds wist te vernieuwen. De naam Winkelaar kreeg
door het bezit van diverse bordelen ook een reputatie op dit gebied. Het
was daarom vrijwel onmogelijk voor de familieleden om niet actief te
zijn in deze branche. Zoon Franciscus zou dat als een last hebben ervaren
toen hij probeerde om een carrière als muziekleraar in Rotterdam op te
bouwen, maar vanwege zijn achternaam niet serieus werd genomen. Hij
zou hierover later zijn beklag doen tegenover veldwachter Klaas Taekema.
Of het verhaal klopt is niet helemaal zeker, want Taekema was een van de
felste bestrijders van prostitutie en de familie Winkelaar in Haarlem.37'
Bovendien was de zoon van 'Moeder Kee' doof aan zijn linkeroor, wat een
loopbaan als muziekleraar toch al zou belemmeren.38' De hechte familie
band lijkt echter noodzakelijk of toch tenminste enorm nuttig om het be
drijf in stand te kunnen houden.
De bordelen leggen 'Moeder Kee' geen windeieren. In 1877 staat ze in
Haarlem als eigenaar/hoofdbewoner geregistreerd van zes panden in de
Pieterstraat, de oneven nummers 1 tot en met 11.39' In een periode waarin
de stad door de economische groei jaarlijks zo'n 2.000 tot 2.500 nieuwe
migranten verwelkomt en in wijk vi, waarin de Pieterstraat lag, tot 1879
geen woningen werden bijgebouwd, kon een investering in vastgoed tot
aardige neveninkomsten leiden.40' In huis nummer 1 van de straat werd
bovendien een koffiehuis gevestigd dat door de zoon van 'Moeder Kee',
Franciscus, geleid werd.41'
De Haarlemse familie Winkelaar had door te investeren in diverse bor
delen in twee steden, woningen, nevenactiviteiten en de eigen familie, de
WILMA VAN DEN BRINK