heeft kunnen doen.' Er waren verfraaiingszaken die het bestuur niet kon
uitvoeren, maar ook kwamen er weinig nieuwe leden bij, van de commis
sie voor gevelversiering waren slechts drie van de vijf leden beschikbaar
en verschillende secretarissen bedankten in twee opeenvolgende jaren.
De onvrede zal ook in andere kringen gevoeld zijn, want rond die tijd
vatte het bestuur van de Haarlemsche Handelsvereeniging het plan op
om een geheel nieuwe vereniging, met de veelbetekenende naam 'Haar
lem Vooruit', op te richten.28) Uiteindelijk besloot het bestuur van de Han
delsvereeniging het bestuur van Verfraaiing uit te nodigen voor overleg
over een nieuw op te richten centraal bureau. Dit leidde in 1904 tot de
stichting van een informatiebureau op het Stationsplein onder de vleu
gels van 'Verfraaiing'. Het doel van het bureau was door gepaste reclame
Haarlem meer en meer bij landgenoot en vreemdeling bekend te maken
en de bezoekers van Haarlem kosteloos alle inlichtingen te verschaffen
die hun verblijf konden vergemakkelijken. Opmerkelijk is, dat in het jaar
verslag over 1904, 'Verfraaiing' deed voorkomen of het idee van een infor
matiebureau van haar afkomstig was, terwijl de berichtgeving in Haar
lem's Dagblad het initiatief bij de Handelsvereeniging legde, wat juist lijkt
gezien het feit dat Peereboom ook daar bestuurslid was.29'
De stuwende kracht achter de oprichting van het Informatiebureau
was Adrianus van Rossum (1855-1917), gemeenteraadslid, directeur van
de suikerfabriek in Halfweg en voorzitter van het Departement Haarlem
van de Nederlandse Maatschappij ter bevordering van Nijverheid. Van
Rossum, die in het Kenaupark woonde, had als industrieel ongetwijfeld
oog voor het gunstige economische effect van het toenemende toeristen
verkeer. Hij trad in 1904 toe tot het bestuur van de verfraaiingsvereniging
en volgde in 1912 voorzitter Jan Krol Kzn (1842-1916) op, die deze taak van
af de oprichting in 1891 had vervuld.
Het informatiebureau dat op 1 juni 1904 geopend was, werd bemand
door een informator, die van juni tot midden oktober in het opvallende
kantoortje op het Stationsplein aanwezig was. In het eerste seizoen wer
den aan ruim 2400 buitenlanders, vooral Engelsen, Amerikanen en Duit
sers, mondelinge of schriftelijke inlichtingen gegeven. Hoewel het lijkt
alsof'Verfraaiing' door de samenwerking met de Handelsvereeniging im
pliciet koos voor het economisch belang van de zakenlieden, was dit niet
het geval. Opmerkelijk is het bericht, dat er in een week tijd vier schrif
telijke aanvragen uit Indiƫ kwamen die vestiging in Haarlem betroffen,
en die zeker bijdroegen aan het nut van het bureau.30) Haarlem's Dagblad
schreef:
HAERLEM JAARBOEK 2013