achter het Rijksmuseum stonden. Zij werden geplaatst aan de Dreefzijde
van paviljoen Welgelegen en zijn daar nu nog te bewonderen. Dit was een
belangrijk succes voor 'Verfraaiing' en de beelden lijken zelfs de enige
tastbare herinneringen aan de vereniging in Haarlem te zijn. Voorzitter
Krol, die in het Florapark op nummer 8 woonde, waar later de Florakli
niek gevestigd zou worden, zal vanuit zijn raam een mooi uitzicht op de
beelden hebben gehad. De vrije wandeling op de buitenplaatsen bleef
belangrijk, maar was ook een punt van zorg. De leden van de vereniging
gedroegen zich niet altijd naar behoren, waardoor bijvoorbeeld erelid
Mevr. de Wed. van der Vliet-Borski in Overveen de vrije overgang langs
de Schouwtjes- of Pijlslaan liet afsluiten."' De leden moesten er dan ook
steeds op gewezen worden zich aan de regels te houden.
Het plaatsen van het zeventiende-eeuwse tuin- Anno 2014 staan het beeld nog steeds als tastbare
beeld Proserpina en Pluto voor het Koloniaal herinnering aan de vereniging aan de Dreefzijde van
Museum, in Jaarverslag 1904. (Noord-Hollands het provinciehuis. (Foto Jaap Pop)
Archief, Bibliotheek)
ANJA KROON 165