In Haarlem's Dagblad schreef Peereboom in 1908 dat de problemen met de verfraaiingsdoelstelling veroorzaakt werden door een kleiner werk gebied en onvoldoende financiën. Wanneer er bijvoorbeeld iets moois dreigde te verdwijnen, zoals de huisjes op het Heiligland, kon de ver eniging dit niet tegenhouden. 'Zoo blijft er dan weinig anders over, dan hier en daar een bank te plaatsen.'34' Daar kwam bij dat de gemeente zich steeds meer bekommerde om het aanzicht van de stad. Zo waren de plantsoenen bijvoorbeeld de laatste jaren flink opgeknapt door de in 1902 opgerichte dienst Gemeenteplantsoenen.35' Daarnaast werd een deel van de doelstellingen van 'Verfraaiing' inmiddels door andere verenigingen en organisaties behartigd. Zo was er een Maatschappij voor Bouwkunst opgericht die prijzen uitreikte voor de mooiste gevels en de Vereniging Haerlem, eveneens ontstaan in 1902, die zich richtte op wat het behouden waard was in de stad. Peereboom adviseerde de vereniging dan ook om bij een statutenwijziging het woord verfraaiing te laten vallen en zich voort aan te concentreren op het vreemdelingenverkeer.36' Volgens Peereboom waren er voor 'Verfraaiing' op dat terrein zeker mogelijkheden. Vanuit de buitenlandse reisbureaus was er vraag naar kleine, zakelijke gidsen in een handzaam langwerpig formaat, met een kaartje, liefst zonder advertenties, die gemakkelijk in een zak gestoken konden worden. De Haarlemse gids was vierenzestig pagina's groot, be vatte een flink aantal advertenties en veel informatie die voor buitenlan ders niet van belang was. Door de invloeden van buitenaf - 'Verfraaiing' was sinds 1896 actief lid van de Nationalen Bond voor Vreemdelingen verkeer in Nederland, die in 1894 was opgericht - en door de eisen die het steeds moderner wordende toerisme stelde, kon 'Verfraaiing' weinig an ders doen dan veranderen. Dit betekende dat de bestuursleden het negentiende-eeuwse beeld dat zij van de stad hadden als groene stad voor welgestelden moesten losla ten. Dat beeld was gevormd door en voor de eigen groep, de hoge burgerij. De invloed van de Haarlemsche Handelsvereeniging op het informatie bureau, de nieuwe voorzitter (een industrieel) en ook andere bestuursle den met handelsbelangen, zorgden ervoor dat de identiteit van de groep en daarmee de visie op de identiteit van de stad langzaamaan veranderde. Van verfraaiing naar vreemdelingenverkeer, 1910-1920 Wat 'Verfraaiing' nu als identiteit van de stad wilde uitdragen, was rond 1910 nog niet zo duidelijk. Veel steden zochten in deze periode naar een HAERLEM JAARBOEK 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 168