over 1916 werd hij na zijn overlijden vrij oppervlakkig gememoreerd als een man die vele moeilijkheden trotseerde en meewerkte aan de bloei van de vereniging. Zijn persoonlijke stem werd nauwelijks gehoord, noch in de jaarverslagen, noch in Haarlem's Dagblad. Zijn opvolger, Adrianus van Rossum, werd in datzelfde jaarverslag echter herdacht als degene die het informatiebureau op het Stationsplein tot stand had gebracht en waar van het verlies voor de vereniging nauwelijks te beschrijven was. Van groter invloed op het functioneren van de vereniging in deze peri ode was echter het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Door de oorlog stagneerde het buitenlands bezoek. Het jaarverslag over 1915 be vatte de - achteraf wat potsierlijke - opmerking: 'De oorlog is geheel in strijd met alle beginselen van de vereniging voor vreemdelingenverkeer.' Een jaar later: 'de belangen die onze Vereeniging in hoofdzaak voorstaat, kunnen niet tot hun recht komen, zoolang de afschuwelijke oorlog nog voortduurt, alles vernietigd wordt en het internationaal vreemdelin genverkeer, dat beschaving en welvaart moet brengen, tot stilstand is gebracht.' En nog weer een jaar later moest geconstateerd worden: 'gedu- Rustbanken waren over het algemeen nog erg eenvoudig. In 1904 liet de 'Vereeni ging tot Verfraaiing' zes banken plaatsen in de Bolwerken. Foto uit 1910. (Noord- Hollands Archief, collectie Kennemerland) HAERLEM JAARBOEK 2013

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 174