reidingswijzen konden zeer waardevol zijn.18' Zo liet de Leidse verver Dirk
Willemszoon van der Heijden in 1620 vastleggen dat hij twee Leidenaren
zou leren verven volgens de receptuur van de Rotterdammer Kerspin en
de Amsterdammer Guillaume Six. Dirk kreeg na het op schrift stellen van
de juiste receptuur van elk van zijn leerlingen maar liefst 500 guldens.
Waarschijnlijk maakte Dirk vaker dergelijke afspraken, want er zijn nog
twee manuscripten bekend die met grote waarschijnlijkheid door hem
zijn opgesteld.19' In de literatuurlijst van de Haarlemse verver komt ook
een dergelijk manuscript voor.
Boeken geschreven voor en door goud- en zilversmeden
Textielververs waren niet de enige ambachtslieden die konden profiteren
van geschreven vakkennis. In de 17de en 18de eeuw werden in ieder geval
een tweetal leerboeken voor zilver- en goudsmeden geschreven. De oud
ste handleiding dateert uit 1639 en werd op schrift gesteld door de Gro
ningse goudsmid en 'stadspander' Peter Geerts. Volgens de inleiding had
hij als doel om fouten bij het munten tegen te gaan: 'Alles streckende tot
goed en bondich onderwys in 't stuck vande munt, waarinne dikwijls
grofdelijk geabuseert wordt.' In zijn handleiding geeft Peter omreken-
tabellen en gaat hij gedetailleerd in op de praktijk van de muntmeester.
Omdat hij uitlegt welke gereedschappen noodzakelijk zijn en beschrijft
hoe deze gebruikt moeten worden, is de handleiding zeer geschikt voor
zilver- en goudsmeden die zich met het smelten van goud en zilver of het
slaan van munten bezighielden.20' In 1721 verscheen in Amsterdam een
tweede leerboek, de Weg-Wyzer voor Aankoomende goud en zilversmeeden
van zilversmid Willem van Laer. Waarschijnlijk probeerde Willem voor
wat extra inkomsten te zorgen, want hij bood aan om de lezers tegen
een siviele prys' te onderwijzen, omdat het niet mogelijk was om alles zo
duidelijk te beschrijven dat iemand het 'zonder handdadig onderwys' he
lemaal zou begrijpen. Het boekje was te koop bij de gildeknecht van het
Amsterdamse zilversmedengilde.21'
Naast de bovengenoemde handleidingen werden er in de 17de en 18de
eeuw veel rekenboekjes en tabellen gepubliceerd die goud- en zilversme
den konden helpen bij het uitrekenen van de juiste zilver- en goudlege
ring. Veel van dit soort werkjes behandelen wisselkoersen, maten, ge
wichten en muntwaarde. Puur goud of zilver kan niet worden verwerkt
tot sieraden of gebruiksvoorwerpen omdat het te zacht is en daarom
wordt het altijd met andere metalen gemengd.22' Alleen al in Amsterdam
JANNEKE TUMP