Stadsgedichten Mooie hel En alles gaat voorbij, terwijl het Spaarne stroomt en stroomt en waar het naamloos eindt, doet niet meer zo ter zake de 'Jonge Jacob' ligt bij Alta aan de kade, afgemeerd, en droomt Lennaerts gedichtengoed na tien jaar weer als laatste wake Plekken waar hij als tekstdichter zo vaak zijn stappen heeft gezet al de mensen, liedjes, teksten, kroegen, vrouwen en gebouwen... die door zijn woorden 'Steeds' meer van elkaar zijn blijven hou'en Haarlem, sonnet, ballade, rondeel, met een steevast klaar couplet 'Nog even', schreef hij op het eind el Dante, 'en ik zie de hemel weer' zijn laatste column heette 'Hel', totaal gelukt, een liefderijke troost Nu is hij thuis, in diepere gedachten, daarboven met zijn kat Meneer Lennaert Nijgh vaart ied're nacht nog mee, Haarlem ziend als stads- supoost Jouwstra's Weduwe indachtig klinkt langs het Spaarne rusteloos verkeer: 'Doe mij nog één dingetje op onze lieve stad'. Maar zonder slurp: 'Proost'. Bij de opening van het Lennaert Nijgh festival op 26januari 2013 NUEL GIELES 216

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 218