Deze handleidingen werden niet voor of door kuipers geschreven. Hoe
lang bijvoorbeeld de duigen moeten zijn om een vat met een bepaalde
inhoudsmaat te maken wordt nergens beschreven. Het gemeenschappe
lijke kenmerk van dergelijke werkjes is dat de inhoud van de gehele va
ten wordt besproken. Daarom worden kuipers (of hun vaardigheden) op
titelbladen of in voorwoorden, inleidingen en voorbeelden nooit speci
fiek aangesproken. Bovendien waren de auteurs van deze werkjes meestal
wiskundigen of landmeters en geen ambachtslieden.30' In de Inleiding op
de meet en pegel-const wordt het lezerspubliek van dergelijke handleidin
gen duidelijk beschreven: deze kennis was vooral nuttig voor kooplieden,
kopers, pachters en liefhebbers van wiskundige vraagstukken. Want ie
dereen die wel eens een borreltje dronk kon aan de hand van de beschre
ven formules uitrekenen hoeveel drank de waard op een avond in zijn be
ker had geschonken.31'
Boeken geschreven voor en door ambachtslieden
Voorlopig kunnen we concluderen dat vanaf ca. 1600 in de Nederlanden
diverse technische handleidingen over uiteenlopende onderwerpen in
druk verschenen.32' Soms zijn deze bronnen bewaard, omdat ze werden
gekocht door geïnteresseerden die deze niet op de werkvloer gebruikten.
Ambachtslieden kozen er regelmatig voor om hun ontwerpen, recepten
of werkwijzen alleen voor eigen gebruik op schrift te stellen. Veel van
deze informatie is verloren gegaan, omdat de kans klein is dat juist deze
persoonlijke informatie van generatie op generatie zorgvuldig werd be
handeld. Soms bewaarde men bijzondere technische gegevens met opzet
niet, omdat het niet de bedoeling was dat deze kennis in handen van een
concurrent zou vallen.
In de 17de eeuw en eerste decennia van de 18de eeuw kon kennis voor
de drie onderzochte beroepen ook schriftelijk circuleren in aanvulling
op de technieken die men in de praktijk had geleerd. Welke kennis dit
was verschilde per ambacht. 'Geletterdheid' had voor ververs een andere
functie dan voor kuipers en de zilver- en goudsmeden, omdat bij zilver
en goudsmeden de nadruk lag op omrekentabellen, rekenboekjes en ont
werptekeningen, terwijl bij ververs recepten schriftelijk circuleerden.
Kuipers lijken geen specifieke doelgroep te zijn geweest. Zij konden uiter
aard wel profiteren van de informatie in rekenboekjes voor het bijhouden
van hun (winkel)administratie. In de volgende paragrafen zullen we zien
of in de boedelinventarissen van Haarlemse ambachtslieden aanwijzin
gen te vinden zijn voor dergelijke boekjes.
HAERLEM JAARBOEK 2013