de Telegraaf. In 1966 trouwde hij met Betty van Dam, de dochter van the
aterliefhebber Jan van Dam, die bij de IJmuidter Courant werkte. Op diens
voorspraak kwam hij beginjaren zeventig bij de krant terecht.
'Ik deed de waterkant - de scheepvaart en de sluizen', vertelde Ko vlak
voor zijn dood. 'Maar ook cultuur en toneel.' Zijn schoonvader deed het
repertoiretoneel en Ko de moderne sector. 'Daardoor leerde ik Peter van
Warmerdam kennen, de toneelmeester van de IJmuidense schouwburg,
die bijzondere avonden organiseerde 'Achter het Brandscherm' en aan de
wieg stond van het Witte Theater. Het was in die periode dat zijn zonen
Alex, Marc en Vincent met Hauser Orkater begonnen. IJmuiden was toen
heel cultureel en heel inspirerend.'
Ko recenseerde als eerste hun debuutprogramma 'Op Avontuur'. Mare
van Warmerdam herinnert zich: 'Hij was het type van de aardige journa
list. Ko wilde zijn enthousiasme overbrengen en zijn liefde voor het vak.
Niet vooringenomen en met een brede blik.' Zelf spelen, kijken, recense
ren en regisseren - dat is in het kort hoe het toneel als rode draad door
Ko's leven loopt.
In 1976 volgt hij zijn vriend Jac Heijer op als toneelcriticus van Haar
lems Dagblad. Ko: 'Hoofdredacteur Jos Lodewijks vroeg zich hardop af
waar hij een ander vandaan moest halen, waarop Jac zei: "Die hebben we
al." Dat was ik dus. Ik heb alles gezien. Elisabeth Andersen heb ik altijd
bewonderd, John Kraaijkamp speelde prachtig en Ko van Dijk natuurlijk
- die vulde met zijn stem elke kier van de schouwburg. Je mag nooit zeg
gen dat hij maar wat bulderde. En dan de jongere generatie: Kees Hulst,
Titus Muizelaar en nog veel meer.' Hij had een reputatie hoog te houden
- de Haarlemse kunstredactie was destijds landelijk toonaangevend - en
deed dat met verve. Zijn liefde voor theater klonk door in zijn recensies.
Hij bezocht voorstellingen in het buitenland die later door Toneelgroep
Centrum naar Haarlem gehaald werden.
Hij was betrokken bij de Toneelschuur. Directeur Frans Lommerse
kent Ko als man van het eerste uur bij Haarlems enige vlakke vloertheater.
'Ko is op allerlei manieren betrokken geweest bij de Toneelschuur - in het
bestuur van de vereniging en bij producties, maar natuurlijk ook als criti
cus. Hij kwam voort uit de traditie maar was altijd nieuwsgierig naar het
nieuwe. Hij was als recensent vooral een liefhebber, altijd begaan met de
spelers en nooit betweterig of cynisch. Hij zocht de aanknopingspunten
waardoor hij gegrepen werd. Dat wilde hij delen. Nadat hij was gestopt
met recenseren, regisseerde hij amateurtoneel. Daarbij zag je dat ook. Hij
wilde met die amateurs naar een hoger artistiek niveau - buiten de ge-
HAERLEM JAARBOEK 2013