literatuur'. In dergelijke werken wordt informatie gegeven die een direct
algemeen nut kan hebben. Voorbeelden uit de collectie van Jacobus zijn
titels als De volmaakte koopman van Jacques Savary en de Nederlandtsche
woordenschat van Johan Hofman. Eveneens bezat hij diverse boeken die
tot de 'algemene literatuur' worden gerekend. In dergelijke werken wordt
ingegaan op thema's uit de geschiedenis, politiek en geografie, waaron
der bijvoorbeeld de Histoorie van Barnevelt en de Schatcamer der wonderbare
ende gedencweerdige historiën onses tijt. Tot slot bezat Jacobus een aantal
luchtigere boeken die hij puur ter ontspanning las, de categorie proza,
poezië en toneel'. Je kunt denken aan titels als Het kluchtige leven van vro-
lyke Fransje en het wereldberoemde Don Quichote de la Mancha.
De boedelbeschrijver deelde de boeken in naar het formaat: folio, quar
to, octavo en twaleven. Boeken van het grootste formaat (folio) waren toen
het kostbaarst. We weten weliswaar niet wat de precieze waarde van de
gehele collectie was, maar we kunnen aan het formaat zien dat Jacobus
het minste geld uitgaf aan boeken uit de categorie 'proza, poezië en to
neel'. In hoeverre hij zijn werken zelf had gekocht, cadeau had gekregen
of geërfd is niet duidelijk. (Zie Bijlage 2)
De collectie van Jacobus van Hadden is veel groter dan die van een ge
middeld Haarlems huishouden in de onderzochte periode. In de meeste
boedelinventarissen worden een klein aantal boeken beschreven. Geen
van de genoemde werken komt voor in de eerder beschreven collectie van
de Haarlemse textielverver uit de tweede helft van de 17de eeuw. (zie Bijla
ge 1) Jacobus was niet in het bijzonder geïnteresseerd in medische/schei
kundige werken of reisverhalen. Overeenkomstig was wel dat Jacobus van
Hadden ook een paar naslagwerken over planten bezat.
Uit andere studies naar boekenbezit in Hollandse steden is gebleken
dat in de 17de en 18de eeuw altijd het populairst de zogenaamde kerkboe
ken waren: Bijbels, testamenten, psalmen, gezangboeken en verhalen
over martelaren. Daarom wordt over het algemeen aangenomen dat de
meeste personen slechts enkele kerkboekjes en eventueel een klein aantal
stichtelijke werken bezaten.49' Het zelfde patroon komt uit de Haarlemse
boedelinventarissen naar voren: in ruim de helft (58%) van de gevonden
ambachtsboedels worden Bijbels, testamenten, psalm- en gezangboeken
genoemd. In hoeverre de boedelinventarissen een representatief beeld
van de werkelijkheid geven, blijft de vraag, want deze kerkboekjes had
den vaak meer waarde dan bijvoorbeeld de kluchten of andere goedkope
boekjes die men puur ter ontspanning las en vanwege hun lage prijs aan
trekkelijk waren voor mensen met een kleine portemonnee. Voor notaris-
JANNEKE TUMP