dr. m. roscam ABBiNG (1958) promoveerde in 1999 op een studie naar documenten over Rembrandt aan de Universiteit van Amsterdam na aan dezelfde universiteit in 1986 als politicoloog te zijn afgestudeerd. Hij is onafhankelijk onderzoeker en woont in Amsterdam. dr. j. tump (1982) behaalde haar Master geschiedenis aan de Vrije Uni versiteit Amsterdam en Freie Universitat Berlijn. Na haar afstuderen verrichtte ze enige tijd Medisch-Historisch onderzoek aan het vumc en Universiteit van Amsterdam. Vanaf 2008-2012 deed zij als promovendus onderzoek naar de circulatie van technische kennis in Holland. Haar be langrijkste publicatie is: Ambachtelijk Geschoold, Haarlemse en Rotterdamse ambachtslieden en de circulatie van technische kennis, ca. 1400-1720. Daar naast publiceerde zij onder andere in 'Social Science and Medicine', het Rotterdamsch Jaarboek en diverse regionale en lokale tijdschriften. Mo menteel is zij onder andere actief als freelance historica en vrijwilliger voor het Historisch Museum Haarlem. dr. b.j.c.m. de vet (1939) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij specialiseerde zich in de interne geneeskunde en promoveerde in 1975. Tot 1985 bleef hij als wetenschappelijk hoofd-me- dewerker/hoofddocent aan de medische faculteit van de UvA verbonden. In 1986 werd hij directeur van het ziekenhuis de Mariastichting te Haar lem. Na de fusie met het Diaconessenhuis in Heemstede tot het Spaarne Ziekenhuis in 1989 vervulde hij in het fusie-ziekenhuis dezelfde functie tot 1999. Van 1999 tot 2013 was hij bestuursvoorzitter van het Historisch Museum Haarlem. Hij beheert thans het archief van de rederijkerskamer Trou moet Blycken. In 2013 schreef hij ter gelegenheid van het 510-jarig bestaan van de Kamer het gedenkboek Trou moet Blycken, 1503-2013. Hoe een rederijkerskamer overleefde. dr. j. van der weiden (1936) was tot 2001 verbonden aan de Universi teit van Amsterdam als docent en onderzoeker sociologie, met als spe cialisatie sociologie van de gebouwde omgeving. In 2002 verscheen zijn proefschrift Ongeplande planning, een historisch-sociologische studie naar de totstandkoming van de Haarlemse woonwijk Zuiderpolder. In 2005 verscheen Een kleine Haarlemse bouwgeschiedenis als inleiding in de Architectuurgids Haarlem. Van 2001 tot 2009 was hij voorzitter van de werkgroep gebouw en omgeving van de Historische Vereniging Haerlem. OVER DE AUTEURS 307

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 309