sen waren dergelijke boekjes juist niet interessant genoeg om te noteren.
Veel van de Bijbels in de inventarislijsten bezaten enige waarde omdat ze
een kaft, beslag of slootjes hadden van goud, zilver of koper. Kerkboeken
kocht men namelijk niet alleen uit religieuze overweging: als je op zon
dag een 'boek vol zilverwerk' meenam naar de kerk of op een mooie plaats
in huis tentoonstelde, kon iedereen zien hoe goed je bedrijf liep.50) Daar
om bezaten met name de zilversmeden vaker dan kuipers of ververs der
gelijke waardevolle Bijbels. Dit was natuurlijk op de zondag meteen een
mooi visitekaartje voor het eigen bedrijf, want uit de boedelinventarissen
blijkt dat zilver- en goudsmeden de slootjes en beslagen in hun winkels
verkochten.
In studies naar diverse Hollandse steden bleek dat de boekenbezitters
in deze periode grote belangstelling hadden voor geschiedenis. Dit was
in Haarlem niet anders: de geschiedschrijvers Emanuel van Meteren en
Flavius Josephus behoorden tot de meest genoemde auteurs.51' Jacobus
van Hadden bezat weliswaar diverse werken over de geschiedenis van de
Republiek der Nederlanden en een klein aantal Haarlemse auteurs, maar
in Haarlem in het bijzonder lijkt hij niet echt geïnteresseerd te zijn ge
weest.52' Overeenkomstig met Haarlemse boekenbezitters in de 19de eeuw
bezat hij met name non-fictie.53' In zijn kantoor bewaarde hij bovendien
zeven schriften waarin hij zorgvuldig zijn eigen administratie bijhield.
Deze hadden op zichzelf natuurlijk geen waarde, maar waren voor Jaco
bus toch zeer waardevol, want door zijn registers erop na te slaan, wist
hij precies wie hem nog geld verschuldigd was en hoeveel hij zijn eigen
schuldeisers nog moest betalen. In maar liefst een kwart van alle Haar
lemse ambachtsboedels worden dergelijke administratieboeken ge
noemd.
Functionele literatuur in Haarlemse boedelinventarissen
In de boedelinventarissen van onze Haarlemse ambachtslieden wor
den geen directe aanwijzingen gegeven voor technische aantekeningen,
handleidingen, instructieboeken of verfrecepten. Jacobus van Hadden
bewaarde in zijn kantoor wel meerdere functionele boeken, zoals woor
denboeken en praktische handboeken voor kooplieden. Dit was bijna een
kwart van zijn totale collectie. Mogelijk had hij nog meer van dergelijke
werken in huis, want de inventarisator telde een achttal pakketten onge
specificeerde boeken. Uit onderzoek naar Bossche boedels bleek dat in het
begin van de 18de eeuw maar liefst 55% van de beschreven boeken tot de
JANNEKE TUMP