vergat een boekenkast, kist of plank te noemen, van een aantal pakketten
boeken ontbreken de titels en er is geen bewijs voor het bezit van papier
of schrijfgerei.
Conclusie
In dit artikel werd gekeken naar de instructieboeken die kuipers, textiel-
ververs en goud- en zilversmeden in de periode 1600-1720 mogelijk op
de werkvloer gebruikten in aanvulling op de kennis die zij in de praktijk
hadden opgedaan. Daarna is onderzocht of dergelijke boeken in de inboe
dels van Haarlemse ambachtslieden voorkwamen.
Er zijn veel aanwijzingen dat het leren lezen en schrijven nuttig was
bij het uitoefenen van bepaalde beroepen. Er waren diverse recepten in
omloop die ververs op de werkvloer konden gebruiken. Zij noteerden
regelmatig informatie over de juiste receptuur voor zichzelf, omdat het
kleuren van wol, zijde of ander materiaal een ingewikkelde taak was door
het gebruik van organische stoffen. Goud- en zilversmeden konden pro
fiteren van de talloze reken- en tabellenboeken die hen hielpen bij het
berekenen van de juiste zilver- en goudlegering. Ook konden zij in de
onderzochte periode inspiratie opdoen met behulp van de verschillende
handleidingen en voorbeeldboeken. Voor kuipers lijkt in deze periode
geen specifieke technische kennis op schrift te zijn gesteld, maar zij pro
fiteerden net zoals andere winkeliers en ambachtslieden van hun lees-,
schrijf- en rekenvaardigheden bij het verzorgen van hun eigen adminis
tratie.
Uit het onderzoek naar Haarlemse boedelinventarissen uit de periode
1620-1720 bleek dat meer dan de helft van de Haarlemse kuipers, ververs
en goud- en zilversmeden boeken bezat en in maar liefst 89% van alle boe
delinventarissen zijn aanwijzingen te vinden voor enig lees- en schrijf
onderwijs, zoals inktkokers en administratieboeken. Er waren ook ver
schillen tussen de onderzochte beroepen: goud- en zilversmeden bezaten
vaker boeken dan kuipers of ververs. De ververs hadden de grootste col
lecties, gevolgd door de goud- en zilversmeden en de kuipers.
In de Haarlemse boedelinventarissen werd met name gewezen op het
bezit van kerkboekjes. Dit betekent niet dat Haarlemmers geen aanteke
ningen of boeken bezaten die hen konden helpen bij het uitoefenen van
hun vak. Zo zagen we dat de verver Jacobus van Hadden 'functionele li
teratuur' bezat en dat in de werkkamer van zilversmid Dirk van de Graef
naar alle waarschijnlijkheid tabellenboekjes lagen. De boedelmventans-
JANNEKE TUMP