HET SPAAREN,
<3>
JAAR-ZANG;
Ik fpeeldeez' Stad ter eer, een ftroomzang op myn fnaaren, Weiding
En zing de fchoonheid op van 't bocht en luftryk Spaaren.
6 Gryze Aloudheidkundeontrol my 't pargament,
Waar op Gefchiedenis en Handveft ftaat geprent.
Hang 't klemmend zegelmerk der waarheid aan myn zangen.
De Dichtkunft doe me een vonk van al dat vuur ontvangen;
Waar meê ze Antonibes zo gunftryk heeft bezield,
Toen 't woest en woelig T zyn zangfter bezig hieldt.
Eén enkel vonkje flechts van zo veel dichtvermogen
Verfterkt myn zwakken geeft in zyn ftoutmoedig poogen.
Welaan met deeze hoop treed ik myn Dichthulk in.
Verzeld van de Oudheidkunde en myne Zangvriendin,
Durf ik my van deez' tocht met reên vermaak voorfpellen.
Een zomer-labberkoelt doet reeds de zeilen zwellen.
By u Spaartndamhef ik myn Zangftuk aansPaaren<
Deez' Stroom danke aan uw Dyk en Slaap er zyn beftaan. dam.
Het wufte winden-heir, fchoon woedend aangevloogen
Spilt door uw Dam vergeefsch op 't T haar woeft vermogen.
Bedykkunst tot geluk van Neêrland uitgedacht,
Heeft, tot behoud des Lands, deez' Dyk hier voortgebragt.
A 2 Dit
In Dichtmaat voorgeftcld by de BROEDEREN der 279 jfaarige
IV ENG AARD -RAN KEN onder de Zinfpreuk
LIEFDE BOVEN AL.
Op den eer ft en January 1782.
Het Spaaren, Jaarzang van de rederijkerskamer De Wijngaertrancken, 1782. (Biblio
theek Zuid-Kennemerland).
BEN DE VET 59